Oefentoets Tijdvak 1

OEFENVRAGEN TIJDVAK 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

OEFENVRAGEN TIJDVAK 1

Slide 1 - Tekstslide


Tijdvak 1 heet .. 
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van jagers en verzamelaars

Slide 2 - Quizvraag

Waar denk je aan bij de tijd van jagers en boeren?

Slide 3 - Woordweb


Er bestonden geen sociale verschillen in de Prehistorie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is GEEN gevolg van de agrarische revolutie?
A
Toename van het bevolkingsaantal
B
Ontwikkeling van veeteelt
C
Afname van het bevolkingsaantal
D
Ontwikkeling van nieuwe gereedschappen

Slide 5 - Quizvraag


Dat er sociale verschillen waren in de Prehistorie kunnen we zien door ..
A
Stenen werktuigen
B
Sedentair
C
Grafgiften
D
Vuurstenen bijl

Slide 6 - Quizvraag


Welk Kenmerkend Aspect hoort niet bij Tijdvak van Jagers en Boeren? 
A
De levenswijze van jagers en verzamelaars
B
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
C
Het ontstaan van taal en staatsvorming
D
Het ontstaan van land en landbouwsamenlevingen

Slide 7 - Quizvraag


Op de afbeelding zien we een goed voorbeeld van ..
A
Irrigatielandbouw
B
Landbouwstedelijke samenleving
C
Polytheïsme
D
Trechterbekercultuur

Slide 8 - Quizvraag

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Welk KA past bij deze bron?
A
De levenswijze van jagers-verzamelaars
B
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
C
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
D
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 10 - Quizvraag

Waarom zijn jagers-verzamelaars aan landbouw gaan doen? (2 redenen)

Slide 11 - Open vraag

Antwoord:
1 Een klimaatverandering leidde tot een voedseltekort, waardoor mensen nieuwe manieren zochten om voedsel te produceren.
2 Mensen werden door een snelle bevolkingsgroei gedwongen zelf gewassen te gaan verbouwen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met geweldsmonopolie?
A
Iedereen mag ongestraft geweld gebruiken
B
Elke stad heeft een functionaris die geweld mag gebruiken
C
Geweld gebruiken is in de staat niet toegestaan
D
Alleen de staat mag geweld gebruiken en mensen straffen

Slide 13 - Quizvraag