Kijken naar
We kijken naar de olifanten in de dierentuin.
Klinken door
Het geluid klinkt door de hele flat.
Schrijven over
De journalist schrijft over corruptie in de politiek.
Huilen van
De kleine jongen huilt van de pijn.
Praten met
Mijn tante praat iedere dag met haar dochter in Amerika.