KA20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

Thema 4 - De ontwikkeling van het denken
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Tijd van ontdekkers en hervormers, 1500-1600
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 - De ontwikkeling van het denken
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Tijd van ontdekkers en hervormers, 1500-1600

Slide 1 - Tekstslide

 Nederland voor 1940, een uniek land: KA 22, 24, 25,32, 34, 35
 

22 - Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
24 - De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
25 - Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.
34 - Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
35 - De opkomst van emancipatiebewegingen

Kenmerkende aspecten bij thema 3
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 2 - Tekstslide

De ontwikkeling van het denken: KA 19,20, 26, 27 
 

19 - Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
26 - De wetenschappelijke revolutie
27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving; godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

Kenmerkende aspecten bij thema 4
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 3 - Tekstslide

Reformatie
Verlichting
Democratische revoluties
Industrialisatie
Wetenschappelijke revolutie
Humanisme
Renaissance
Sociale kwestie

Slide 4 - Tekstslide

  De ontwikkeling van het denken

KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 5 - Tekstslide

Wetenschappers en schrijvers van de renaissance zagen de 'middel'-eeuwen letterlijk als een tussenperiode, een barbaarse.

Een tijd van verval tussen de klassieke oudheid en de nieuw aangebroken, 'verheven' periode waar zij in leefden.

Onder de indruk van de oude 'klassieke' geschriften:

- translatio (vertaling)
- Imitatio (navolging)
- Aemulatio (verbetering)
Renaissance in de literatuur
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
In het eerste deel van De goddelijke komedie bschrijft de Italiaanse renaissancedichter Dante Alighieri zijn tocht door de hel. Hij speelt zelf de hoofdrol in zijn verhaal en wordt begeleid door de klassieke Latijnse dichter Vergilius. Dantes beeld van de hel komt soms letterlijk overeen met hoe Vergilius de onderwereld in de eerste eeuw v.Chr. beschreef.

Slide 6 - Tekstslide

20.1. Wie was Dante Alighieri? Waaraan zie je dat hij
een renaissanceschrijver was?
  • Dante Alighieri was de schrijver van La divina commedia. Dit boek grijpt terug op personages en ideeën uit de klassieke oudheid, zoals past in de tijd en cultuur van de renaissance.

20.2. Wie was Vergilius?
  • Vergilius was een Romeinse schrijver uit de eerste eeuw v.Chr. 
Vragen
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 7 - Tekstslide

Die navolging van de klassieken zie je ook terug in de schilderkunst.

Middeleeuwse kunstenaars waren vergeten hoe ze perspectief en diepte konden aanbrengen.

Giotto 1266-1337 eerste kunstenaar die weer met ruimte en diepte ging werken.

  • Niet alleen meer kerkelijke taferelen.
  • Niet alleen meer de kerk als opdrachtgever
  • Signeren werk (voorheen zag met het kunnen maken van kunst als gave gods, niet als eigen kunnen)
Renaissance in de schilderkunst
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Het willen en kunnen overtreffen van de oudheid zagen we ook terug bij de kunstenaars van de renaissance. Zij kopieerden niet allen de kunst uit de klassieke oudheid, zij overtroffen die.

Slide 8 - Tekstslide

In de architectuur kun je misschien wel het duidelijkst zien dat men in de renaissance teruggreep op de (bouwkundige) regels die in de oudheid golden.

Klassieken elementen kwamen weer terug:
- zuilen, timpanen en koepels

Bouwstijl begon in Italië, werd ook erg populair in lage landen.
Renaissance in de architectuur
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

20.6. Wat zijn twee veelvoorkomende verschillen tussen schilderkunst uit de middeleeuwen en schilderkunst uit de renaissance?
  • Kunst uit de middeleeuwen laat vaak geen goed ruimtelijk perspectief zien, en werd meestal niet gesigneerd door de kunstenaar. Kunst uit de renaissance wel

20.8. Wie was in de middeleeuwen de belangrijkste opdrachtgever van kunstenaars? Hoe veranderde dit in de renaissance?
  • In de middeleeuwen was dit de kerk; tijdens de renaissance werden dit rijke families.



Vragen
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 42 - Tekstslide

20.14. Beargumenteer waarom dit fresco van Rafaël een renaissancewerk is. Maak in je antwoord onderscheid tussen vorm en inhoud.
  • Vorm: Rafaël maakt gebruik van ruimte en diepte in zijn werk (het lineair perspectief). 
  • Inhoud: het onderwerp van het schilderij is klassiek, namelijk de bekende filosofen uit het antieke Athene.
Vragen
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 43 - Tekstslide

Maken opdrachten 20.1 t/m 20.8 op blz. 57
Huiswerk
KA 20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 44 - Tekstslide