Les 4 - ka 20: hernieuwde oriëntatie klassieke oudheid

De Vroegmoderne Tijd
periode 3
les 4: hernieuwde oriëntatie klassieke oudheid
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Vroegmoderne Tijd
periode 3
les 4: hernieuwde oriëntatie klassieke oudheid

Slide 1 - Tekstslide

21.6 ​Wat was het bedoelde gevolg en wat was het onbedoelde gevolg van de 95 stellingen van Luther.

Slide 2 - Tekstslide

21.6 ​Wat was het bedoelde gevolg en wat was het onbedoelde gevolg van de 95 stellingen van Luther.
Bedoeld: hij wilde een discussie starten binnen de kerk, om zo de kerk te verbeteren.

Onbedoeld: h ij werd tot ketter verklaard, en de christelijke kerk splitste in de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk.

Slide 3 - Tekstslide

21.7 ​Geef een historische verklaring waarom er wel veel
protestantse kerkgenootschappen ontstonden, maar er binnen de katholieke kerk geen nieuwe genootschappen kwamen.

Slide 4 - Tekstslide

21.7 ​Geef een historische verklaring waarom er wel veel
protestantse kerkgenootschappen ontstonden, maar er binnen de katholieke kerk geen nieuwe genootschappen kwamen.
Het protestantse geloof kent geen organisatie zoals de katholieke kerk waarin een persoon de leiding heeft en de richting van het geloof bepaalt. Een protestantse gelovige baseert zich rechtstreeks op de Bijbel en komt zo tot zijn eigen interpretatie. Zo kunnen er gemakkelijk verschillende interpretaties ontstaan, en verschillende kerkgenootschappen
mensen daarvan op de hoogte waren. Dit droeg bij aan het verlies van gezag/geloofwaardigheid 

Slide 5 - Tekstslide

21.8 ​Stel je doet onderzoek naar de oorzaken voor de
reformatie. Je vindt deze bron en concludeert dat deze bruikbaar is voor je onderzoek. Leg dat uit door:
- aan te geven welk punt van kritiek op de kerk in
deze bron terugkomt;

Slide 6 - Tekstslide

21.8 ​Stel je doet onderzoek naar de oorzaken voor de
reformatie. Je vindt deze bron en concludeert dat deze bruikbaar is voor je onderzoek. Leg dat uit door:
- aan te geven welk punt van kritiek op de kerk in
deze bron terugkomt;
- Het punt van kritiek dat in deze bron terugkomt is dat veel monniken het niet zo nauw namen met hun leefregels, zoals het celibaat en
gematigdheid (in dit geval het drinken van wijn).

Slide 7 - Tekstslide

- waarom deze bron representatief is; 
representatief:
Dachten veel mensen (van die groep) op deze manier in deze periode?

Slide 8 - Tekstslide

- waarom deze bron representatief is; 
Deze bron is representatief omdat (volgens het bijschrift) dit lied in grote delen van Noordwest Europa werden gezongen.

Slide 9 - Tekstslide

- aan te geven welk verband je kunt leggen met
de oorzaken voor de reformatie.

Slide 10 - Tekstslide

- aan te geven welk verband je kunt leggen met
de oorzaken voor de reformatie.
- ​Het verband met de reformatie is dat kennelijk de monniken niet zo leefden als ze volgens de regels van de kerk hoorden te doen, en dat mensen daarvan op de hoogte waren. Dit droeg bij aan het verlies van gezag/geloofwaardigheid van de kerk en werden de geesten rijp voor de reformatie​.

Slide 11 - Tekstslide

KA 20
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid..

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (al gedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. Opdracht
  4. Nabespreking
  5. Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdvraag
Op welke manier was de Grieks-Romeinse cultuur van invloed op de Renaissance ?

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg

Slide 16 - Tekstslide

Anders denken 
  • Uit klassieke bronnen nieuwe denkwijzen

  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder
  • De mens komt steeds meer centraal te staan (Humanisme)

Slide 17 - Tekstslide

lees en bestudeer ka 20. Klaar, lees ka 19 nog een keer .
Hernieuwde orientatie op het
 erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Vorm groepjes van 2 mensen
Iedere groep krijgt een aantal a4tjes met elementen uit de renaissance die voortkomen uit 'de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid) 

Beantwoord samen de twee vragen op het vragenblad.
timer
6:00

Slide 19 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken oudheid in de  Renaissance
  • wetenschap (Griekse filosofen)
  • kritische benadering op de kerk (originele bijbelteksten)
  • dichtkunst  (Grieks-romeinse dichters)
  • bouwkunst (Grieks-romeinse elementen)
  • Schilderkunst (mythologie - gedetailleerd)
  • culturele leven (aandacht voor het aardse - Carpe diem)
  • Beeldhouwkunst (perspectief)

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord op de hoofdvraag:
Op welke manier was de Grieks-Romeinse cultuur van invloed op de Renaissance ?


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Afsluiting
Huiswerk
- lezen 20.6 t/m 20.8
- leren ka 20

Slide 24 - Tekstslide