GTL3 H5 Is er werk voor jou?
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Redenen om te willen werken.
Slide 6 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk arbeidsmotieven ...
Slide 7 - Open vraag
Het werk dat je als scholier mag doen =
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 8 - Quizvraag
Het werk waar je een beroepsopleiding voor nodig hebt =
A
Geschoold werk
B
Ongeschoold werk
Slide 9 - Quizvraag
Voor welk woord kun je arbeidsovereenkomst vervangen?
Slide 10 - Open vraag
Waarin staan de gezamenlijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden?
A
In je arbeidsovereenkomst.
B
In de collectieve arbeidsovereenkomst.
Slide 11 - Quizvraag
Het aantal uren dat je werkt staan in ..
A
je arbeidsovereenkomst
B
de collectieve arbeidsovereenkomst
Slide 12 - Quizvraag
Waarvan is de hoogte van je loon afhankelijk?
Slide 13 - Open vraag
Nettoloon =
A
brutoloon - loonbelasting
B
brutoloon - loonbelasting - sociale premies
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer je geen belasting en sociale premies betaald, werk je
A
wit
B
zwart
C
grijs
D
onzichtbaar
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer je geen belasting en sociale premies betaald, maar ook niet betaald wilt worden, werk je
A
wit
B
zwart
C
grijs
D
onzichtbaar
Slide 16 - Quizvraag
Vince verdient € 1.934 bruto per maand. Hoeveel verdient hij per week?
Slide 17 - Open vraag
Igor heeft een voltijdbaan van 36 uur. Hij verdient € 3.459,45 per maand. Wat is zijn uurloon?
Slide 18 - Open vraag
Vanaf welke leeftijd verdien je ten minste het wettelijk minimumloon?
A
16
B
18
C
21
D
23
