In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Benoem twee onafhankelijke en een afhankelijke variabele
Slide 2 - Open vraag
Stel een hypothese op die past bij de onderste vier rijen van de tabel
Slide 3 - Open vraag
Wat houdt democratisering in?
Slide 4 - Open vraag
Als lageropgeleiden steeds minder deelnemen aan de politiek, wat voor gevolg heeft dit dan?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Waaruit blijkt dat de school sociale ongelijkheid wilt tegen gaan, gebruik ook de definitie in je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
Vraag 15: Leg met een voorbeeld uit dat sociale ongelijkheid op macro niveau kan leiden tot conflicten.
Slide 8 - Open vraag
Leg uit dat een conflict de sociale cohesie in een groep kan vergroten.
Slide 9 - Open vraag
Op welke manier kan sociale wetgeving sociale ongelijkheid verkleinen?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Welk verschil lag er ten grondslag aan de #Metoo beweging
A
generatie
B
gender
C
ideologie
D
etnische
Slide 12 - Quizvraag
Welk verschil lag er ten grondslag aan .. de Parijse studentenrevolte tegen de traditionele moraliteit
A
generatie
B
gender
C
ideologie
D
etnische
Slide 13 - Quizvraag
Welk verschil lag er ten grondslag aan ..de oorlog (1950-53) tussen het communistische Noord-Korea (gesteund door China en Sovjet Unie) en het democratische Zuid-Korea (gesteund door VN en VS)
A
generatie
B
klasse
C
sociaal-cultureel
D
ideologie
Slide 14 - Quizvraag
Welk verschil lag er ten grondslag aan .. het omgaan met mensen van dezelfde etnische achtergrond, omdat diversiteit leidt tot spanning en conflicten
A
gender
B
generatie
C
ideologie
D
etnische
Slide 15 - Quizvraag
Welk verschil lag er ten grondslag aan .. het Zwartepietendebat
A
klasse
B
etnische
C
generatie
D
sociaal culturele
Slide 16 - Quizvraag
Welk verschil lag er ten grondslag aan .. de Occupybeweging die opkomt voor ongelijkheid tussen de rijkste 1% en de rest
A
klasse
B
generatie
C
sociaal-culturele
D
etnische
Slide 17 - Quizvraag
Gevolgen van sociale ongelijkheid op macro niveau
Opdracht 18: Verdient een vrouw minder dan een man voor hetzelfde werk?
Slide 18 - Tekstslide
Van welke machtsbron maakt Jennifer Lawrence gebruik?
A
economische machtsbron
B
cognitieve machtsbron
C
politieke machtsbron
D
affectieve machtsbron
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Open vraag
Leg uit wat het harmoniemodel inhoudt.
Slide 22 - Open vraag
Examenvraag bij 13.3 en 13.4
Lees de volgende tekst en bedenk welk model (harmonie of conflictmodel) te herkennen zijn in het gedrag van de krakers.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Welk model is van toepassing op het gedrag van de krakers?
Slide 25 - Open vraag
Examenvraag 13.3 en 13.4
De volgende vraag gaat over gezag. Denk na over een verklaring van de lage opkomst bij verkiezingen van lage inkomensgroepen.