a De ik-persoon is een jongen met hoge jukbeenderen, een sterke kaaklijn en een opgetrokken mondhoek. Zijn ogen staan ernstig en hij heeft wallen. Hij draagt een Superman-shirt.
b Bijvoorbeeld: De ik-persoon is gefascineerd door zijn eigen uiterlijk. Als hij in de spiegel kijkt, staat hij er vaak bij stil. Hij lijkt gemengde gevoelens te hebben over zijn eigen uiterlijk. Aan de ene kant zou hij zichzelf ‘bijna knap’ noemen. Aan de andere kant vindt hij dat hij eruitziet als een klootzak.
En hij draagt graag hetzelfde shirt, een hele zomer lang...