Mijn Bezit, Jouw Bezit: Personal Pronouns en Possessive Pronouns
Mijn Bezit, Jouw Bezit: Personal Pronouns en Possessive Pronouns
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Mijn Bezit, Jouw Bezit: Personal Pronouns en Possessive Pronouns
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je personal pronouns en possessive pronouns in het Engels gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Leg aan het begin van de les het leerdoel uit aan de leerlingen.
Wat weten jullie al over voornaamwoorden?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn pronouns?
Pronouns zijn woorden die gebruikt worden om naar personen of dingen te verwijzen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg de definitie van pronouns uit en geef voorbeelden.
Personal Pronouns
Personal pronouns vervangen een persoon in een zin, zoals
'I',
'you',
'he', 'she', 'it',
'we',
'you'
'they'.
Slide 5 - Tekstslide
Laat de leerlingen de personal pronouns herhalen en vraag om voorbeelden van zinnen waarin ze gebruikt worden.
Possessive Pronouns
Possessive pronouns geven bezit aan, zoals
'mine',
'yours',
'his', 'hers', 'its'
'ours',
'yours'
'theirs'.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen de possessive pronouns herhalen en vraag om voorbeelden van zinnen waarin ze gebruikt worden.
Personal Pronouns vs Possessive Pronouns
Personal pronouns vervangen een persoon, terwijl possessive pronouns bezit aangeven. Bijvoorbeeld: 'This is my book' (personal) vs 'The book is mine' (possessive).
Slide 7 - Tekstslide
Leg het verschil uit tussen personal pronouns en possessive pronouns aan de hand van voorbeeldzinnen.
______ likes to play soccer.
A
I
B
He
C
She
D
They
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
______ am a student.
A
He
B
They
C
I
D
She
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
(We) The dog is ______.
A
yours
B
hers
C
theirs
D
ours
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
(She) This book is ______.
A
hers
B
his
C
yours
D
mine
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Toepassing: Schrijf een Kort Verhaal
Schrijf een kort verhaal waarin je personal pronouns en possessive pronouns correct gebruikt. Gebruik vijf zinnen.
Slide 12 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes een kort verhaal schrijven en geef ze feedback op hun gebruik van personal pronouns en possessive pronouns.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.