2kc H1.4 deel 2

Pak de rekenmachine
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak de rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide


WAT IS HET GEMIDDELDE
A
150
B
105,8
C
125
D
Er is geen gemiddelde

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het gemiddelde?
timer
0:40
A
5
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

soorten inkomens: kinderbijslag is
A
Loon
B
Winst
C
een uitkering

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 5 - Sleepvraag

Mijn Spotify abonnement hoort bij
A
Incidentele uitgaven
B
Vaste lasten
C
Budget
D
Dagelijkse uitgaven

Slide 6 - Quizvraag

Welke uitgave is een incidentele uitgave?
A
Telefoonabonnement
B
Spelcomputer
C
Melk
D
Cola

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je het overzicht van inkomsten en uitgaven?
A
Budget
B
Begroting
C
Bezuiniging
D
Overschreiding

Slide 8 - Quizvraag

Is er sprake van een begrotingstekort of een begrotingsoverschot?

A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot

Slide 9 - Quizvraag

Bij een begrotingstekort heb je
A
meer inkomsten dan uitgaven
B
meer uitgaven dan inkomsten

Slide 10 - Quizvraag

De begroting
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven


Inkomsten
Uitgaven

Slide 11 - Tekstslide

dd

Log in op lessonUp. Pak de rekenmachine
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je nog van
de vorige les?

Slide 13 - Woordweb

In deze les
-  Hw bespreken                         10 minuten                                      
- Instructie  --> rekenen         10 minuten 
- Zelfstandig werken                10 minuten 
- Opdrachten bespreken         5 minuten 
- Quiz                                                10 minuten 

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan wij leren 
- Maand naar week rekenen 
- week naar maand rekenen 
- Je weet wat reserveren betekent 
- Je kunt berekenen hoeveel geld je moet reserveren

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen 
Hoeveel weken heeft een maand

Hoeveel maanden heeft een jaar 
Hoeveel weken heet een jaar?

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel zakgeld heb ik per maand?

Ik geeft elke week 10 euro zakgeld aan mijn broertje

Hoeveel zakgeld krijgt hij per maand?

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel moet ik per maand aan de kant  leggen (reserveren/sparen)

- Je wilt een fiets kopen. Die kost €500. Je hebt al €50. Je kunt anderhalf jaar sparen. Hoeveel € moet je per maand sparen om de fiets na anderhalf jaar te kopen.




Slide 18 - Tekstslide

Reserveren 
Reserveren= Geld aan de kant zetten (sparen)


Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken (hw)
Maken 58 t/m 62 op blz 28 +29
Maken 66 t/m 68 op blz 31


Vond je het makkelijk? Maak blz 48 + 49
Klaar? Zorg ervoor dat je alle opdrachten van H1 af hebt
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Sara krijgt 200 euro per week
Hoeveel is dat per maand?
A
600
B
866,67
C
866,66
D
700

Slide 21 - Quizvraag

Brent krijgt 100 euro per week
Hoeveel is dat per maand?

Slide 22 - Open vraag