Sondevoeding toedienen via de pomp: 12-3

Sondevoeding toedienen via de pomp

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Sondevoeding toedienen via de pomp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student :
  • kan indicaties benoemen voor het toedienen van sondevoeding
  • kan complicaties benoemen voor het toedienen van sondevoeding
  • kan benoemen welke soorten sondevoeding er zijn
  • kent de aandachtspunten bij het geven van sondevoeding
  • weet hoe het sondevoedingssysteem moet worden gevuld
  • weet hoe de pomp op de juiste voorgeschreven hoeveelheid wordt       ingesteld.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke weg legt de neusmaagsonde
af in het lichaam?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inbrengen sonde/sondevoeding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sondes ken je?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sondes
  • Neus-maagsonde
  • PEG-sonde
  • PEG-J sonde 
  • Mic-key button

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duodenum

  • Twaalfvingerige darm.

  • Het eerste deel van de dunne darm, waar de vertering van je eten begint. De twaalfvingerige darm zit vol met verteringssappen. 
Jejunum

  • Nuchtere darm.

  • Het tweede deel van de dunne darm.
    De nuchtere darm haalt de voedingsstoffen uit je eten. Deze komen via het slijmvlies in je bloed. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PEG Sonde
Percutaan= door de huid

Endoscopische= via een endoscoop
Gastrostomie= via een snede in de maagwand

PEG-J: in het jejunum

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicatie Button
  • Onopvallende sonde en daardoor meer bewegingsvrijheid
  • Wanneer de sonde niet continu wordt gebruikt
  • Voor mensen die op de buik slapen geeft de button minder druk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding is ......
A
vervangende vaste voeding die via een slangetje in de maag of buik komt.
B
volledig vloeibare voeding die via de buikwand wordt opgenomen.
C
volwaardige vloeibare voeding die via een sonde in de maag of dunne darm komt.
D
bijna volwaardige voeding die in de maag of dunne darm komt via een sonde.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen aandachtspunt bij het geven van sondevoeding?
A
Het bijhouden van een vochtbalans
B
Mondverzorging
C
Het inschakelen van een diëtist
D
Het afstemmen van de smaak van de voeding

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke controles bij de patiënt voer je uit voordat je SV toedient via de NMS?
A
Visuele controle
B
Standaard controle met de PH indicator

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met hoeveel ml water spuit je het sondesysteem door?
A
5 ml
B
10 ml
C
20 ml
D
40 ml

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties andere voedingssondes?
A
Slikstoornissen
B
Aandoeningen aan de slokdarm en/of maag
C
Indien langer dan 4 weken sondevoeding wordt toegediend
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er in sondevoeding?

  • In sondevoeding zit vocht, energie en alle voedingsstoffen die je dagelijks nodig hebt, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen.
  • Sondevoeding kan het gewone eten voor een deel of helemaal vervangen.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding is parenterale voeding...
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijke complicatie bij sondevoeding?
A
Stomatitis
B
Aspiratie pneumonie
C
Misselijkheid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer krijgt iemand sondevoeding?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties sondevoeding

  • Verbeteren van de     voedingstoestand
  • Complicaties ondervoeding voorkomen
  • Voedingstoestand tijdens ziekteproces op peil houden



  • Chronische maag/darmaandoening: voeding niet goed verteerd of opgenomen
  • Slikproblemen/kauwproblemen: neurologische aandoening, bewusteloosheid
  • Slokdarmaandoening: te nauw/ontsteking
  • Zorgvrager die weigert te eten; anorexia
  • Verminderde eetlust: kanker, chemo
  • Slechte lichamelijke conditie:
     wonden, aansterken voor operatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten sondevoeding zijn er?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sondevoeding
  • standaard sondevoeding
  • energieverrijkte sondevoeding
  • vezelverrijkte sondevoeding
  • eiwitverrijkte sondevoeding
  • soja sondevoeding

Slide 23 - Tekstslide

Polymere voeding:
bevat stoffen die in het spijsverteringskanaal
afgebroken moeten worden (eiwit,
    vet,  koolhydraten)

monomere voeding = astronautenvoeding
bevat stoffen die deels al verteerd zijn
 (bij malabsorptieklachten)

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bewaar je ongeopende sondevoeding ?
A
In de koelkast
B
Op kamertemperatuur

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op voor
je de SV toedient?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Juiste patiënt
  • Juiste sondevoeding
  • Juiste dosering
  • Juiste tijd
  • Controleer de houdbaarheidsdatum
  • Na openen datum/tijd noteren
  • Let op : zakken 24 uur houdbaar
  • Let op : glazen flessen max. 8 uur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende opties voor toedienen SV
Intermitterend: bepaalde periode
Continu: via pomp doorlopend
Per portie/bolus: via spuit/trechter meerdere malen per dag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende merken pompen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van pompstand
Voorbeeld:
Mevrouw van Dijk krijgt 1500 ml sondevoeding per 24 uur. Op welke stand zet je de pomp?

Formule
Aantal ml : aantal uren = pompstand ml per uur


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laten we gaan oefenen!
  • Protocol Vilans;
    'Sondevoeding via neus-maagsonde - pomp'

  • Opdracht:
    1.  Geef 2 ltr SV per 24 uur
    2. Geef 750 ml SV in 4 uur 


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Witteman krijgt gedurende 
8 uur 500ml sondevoeding toegediend

Hoe moet de pomp worden ingesteld?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat nu?
Saskia krijgt 4 keer per dag 40 ml sondevoeding. De voeding moet per keer in 30 minuten doorlopen. Op welke snelheid staat de pomp?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Myrthe Valk is een client in de gehandicaptenzorg. Zij krijgt 1000 ml sondevoeding van 08:00 tot 12:00.

Op hoeveel ml. per uur stel je de pomp in?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie via de sonde
Waar let je op?
  • Op het recept aan geven dat het medicatie via sonde betreft, apotheek zorgt voor juiste toedieningsvorm.
  • Geen gecoate medicijnen fijnmalen tenzij apotheek aangeeft dat dit kan.
  • Sonde altijd naspoelen met lauw water ivm verstoppen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Feedback?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies