H2 par. 4 De Gouden Eeuw

Memo havo 2
H2. De tijd van regenten en vorsten
par. 2.4 De Gouden Eeuw
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Memo havo 2
H2. De tijd van regenten en vorsten
par. 2.4 De Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je al over de Gouden Eeuw?

Slide 3 - Woordweb

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • De Gouden Eeuw is de bloeiperiode van de Republiek tussen 1588 en 1672. 
  • In 1588 werd de Republiek onafhankelijk.  
  •  Holland (met de stad Amsterdam) werd het middelpunt van de wereldhandel. 
  • De economie bloeide, maar ook de wetenschap en kunst.

Slide 4 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • Er ontstond een kleine bovenlaag van zeer rijke families, rijk geworden door handel. 
  • Zij investeerden hun geld in allerlei ondernemingen om meer geld te verdienen. 

Slide 5 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • De rijke families hadden ook  politieke macht en bestuurden de steden en gewesten.  
  • Ze lieten mooie grachtenhuizen bouwen en schilderijen schilderen.  

Slide 6 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • Onder de groep van rijke mensen kwam een laag met een grote groep winkeliers en ervaren ambachtslieden.  
  • Zij konden schepen bouwen en repareren. 
  • Ze konden ook luxegoederen maken van grondstoffen.  
  • Ze verdienden veel geld en bezaten grote winkelpanden 

Slide 7 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • De 3e sociale laag bestond uit loonarbeiders en hard moesten werken voor hun baas. 
  • Laadden en losten schepen of werkten voor winkeliers.  
 
  • Onderaan kwam de sociale laag van de armen. 
  • Dit waren mensen zonder vast werk, ouderen en zieken.  
  • Zij leefden vooral van liefdadigheid van de kerk en de rijken. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
timer
0:20
A
Loonarbeiders - rijke families- armen - winkeliers/ambachtslieden
B
Rijke families- winkeliers/ambachtslieden-armen - loonarbeiders
C
Rijke families- winkeliers/ambachtslieden- - loonarbeiders - armen
D
Winkeliers/ambachtslieden- rijke families-loonarbeiders - armen

Slide 9 - Quizvraag

Welke eeuw kennen we ook als de Gouden Eeuw?
timer
0:20
A
18e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
20e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Kunst en wetenschap
  • Door de welvaart werd er veel geld uitgegeven aan schilderkunst. 
  • Vooral schilderijen van landschappen, stadgezichten of portretten om het huis te versieren.  


Slide 11 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • Uit die tijd komt ook de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. 
  • Dit is een schuttersstuk: een portret van schutters die een stad moesten verdedigen.  

Slide 12 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • Jan Steen is ook beroemd uit de Gouden Eeuw. 
  • Hij schilderde vooral het dagelijkse leven van gewone mensen.  
 

Slide 13 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • Ook de wetenschap kwam tot bloei in de Gouden eeuw.  
  • Er werden veel ontdekkingen gedaan, waardoor we van een wetenschappelijke revolutie kunnen spreken.  
  • Een aantal beroemde wetenschappers van die tijd kwamen uit de Republiek, namelijk:

Slide 14 - Tekstslide

Christiaan Huygens
  • Was erg goed in het slijpen van lenzen en bouwde een telescoop om de sterren te kunnen bestuderen.  
  • Ook het slingeruurwerk is door hem bedacht: belangrijk om de tijd en locatie op zee te kunnen bepalen.  

Slide 15 - Tekstslide

Anthonie van Leeuwenhoek
  • Bestudeerde de natuur en het menselijk lichaam. 
  • Hij bouwde de eerste microscoop en ontdekte zo bacteriën en rode bloedcellen.  

Slide 16 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • De bloei van de handel heeft de wetenschappelijke revolutie gestimuleerd. 
  • Voor de handel was het belangrijk dat schepen hun locatie wisten om zo de beste route te vinden. 
  • De schepen namen ook dieren en planten uit verre landen mee: bestudeerd op de pas gebouwde universiteiten.  

Slide 17 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
  • Na de Opstand was het protestante (calvinistische) geloof het belangrijkst in de Republiek.  
  • Het bestuur van het land betaalde zelfs voor een vertaling van de Bijbel van het Latijn naar het Nederlands. 
  • Deze Statenbijbel was bedoeld voor de calvinistische kerk. 
  • Mensen met andere geloven (katholiek, joods) werden niet vervolgd. 
  • Men accepteerde dat niet iedereen hetzelfde geloof had.  
  • Dit noemen we verdraagzaamheid.  

Slide 18 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
  • De kunst en wetenschap had ook voordeel van deze verdraagzaamheid.  
  • Er was namelijk zo ook ruimte voor andere ideeën over de wereld en natuur. 
  • Wetenschappers gingen op zoek naar logische verklaringen. 


Slide 19 - Tekstslide

Spinoza
  • Nederlandse filosoof
  • God kan geen wonderen verrichten. 
  • Hij twijfelde ook aan verhalen uit de Bijbel.  
  • Hij kwam op voor de vrijheid van meningsuiting.  

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 2.4  lezen en daarna maak je de opdrachten van par. 2.4 tot de toepassingsopdracht.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan maak je de TestJezelf in SOM.

Slide 25 - Tekstslide