In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Comunicatie Les 2
cohort
219, 2e leerjaar
Slide 1 - Tekstslide
les 2 verkeerd begrepen?
Slide 2 - Tekstslide
lesdoelen:
Na de les kun je benoemen wat:
het effect is van vooroordelen op misverstanden in de communicatie
de invloed is van gedachtenlezen op misverstanden in de communicatie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
was hier sprake van een vooroordeel?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
vooroordeel
meningen, die niet gebaseerd zijn op feiten
al een mening hebben, voor de persoonlijke kennismaking
een mening over een groep toeschrijven aan een individu uit die groep.
'een dom blondje'
'vrouwen kunnen niet autorijden'
Slide 6 - Tekstslide
wat was de mening van Gordon en Angela over Nick voor hij startte met zingen?
Slide 7 - Open vraag
waar was deze mening op gebaseerd?
Slide 8 - Open vraag
wat was jouw mening over Nick voor hij begon met zingen?
Slide 9 - Open vraag
was dat een vooroordeel?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
https:
Slide 11 - Link
is in het filmpje sprake van een vooroordeel?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Van welk vooroordeel is er sprake? omschrijf het vooroordeel
Slide 13 - Open vraag
bedenk in 2 tallen een situatie die door een vooroordeel tot misverstanden leidt in de zorg of in kinderopvang/basis school
Slide 14 - Open vraag
wat kun je doen aan vooroordelen?
herkennen.
Erkennen. Iedereen heeft vooroordelen. wees je daar van bewust
laat jouw eigen vooroordelen niet je gedrag bepalen. Pas ook op met het verspreiden van je eigen vooroordelen.
in erg negatieve situaties: reageer. Je kunt vragen of het een beetje minder heftig mag, rustig laten weten dat je het niet oké vindt.
Slide 15 - Tekstslide
Feit en mening
feit = wat je kunt waarnemen met je zintuigen
mening= conclusie of een opvatting, het is persoonlijk
Slide 16 - Tekstslide
gedachten lezen
een mening, conclusie bedenken bij een feit
Slide 17 - Tekstslide
Lisa die in de speelhoek aan het spelen was zit nu te huilen
A
gedachten lezen
B
feit
Slide 18 - Quizvraag
'mevrouw de Groot heeft koorts'
A
gedachten lezen
B
feit
Slide 19 - Quizvraag
Effect van gedachtenlezen
Je neemt iets waar met je zintuigen (feit), maar je koppelt daar je eigen gedachten, ideeën of mening aan vast, met als gevolg dat je ernaast zit, het fout hebt.
Het kan zijn dat je in je werk gaat handelen op basis van wat jij denkt en niet van een feit (=waarheid). Zo krijgt iemand verkeerde zorg.
Slide 20 - Tekstslide
stel: je ziet een zorgvrager een zakdoekje pakken en zijn ogen afvegen. wat doe je?
Slide 21 - Open vraag
samengevat: misverstanden kunnen ontstaan door:
vooroordelen
gedachtenlezen
Door je hier bewust van te zijn en er niet direct naar te handelen, kun je misverstanden voorkomen!
Tip: check bij de ander of het klopt wat je denkt!
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht
Maak nu de opdracht over Feit of Gedachten lezen, die in cumlaude staat.
bibliotheek map zorg studenten
dienstverlening opdrachten
communicatie
2e jaars, periode 7 opdracht bij les 2
de gemaakte opdracht Upload je in cum laude bij les 2.