Week 3; les 1- KT1 - mitose/meiose + metabolisme

Cellen: transport en celdeling
week 3 Les 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cellen: transport en celdeling
week 3 Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
-De student weet de organellen in een cel te benoemen en kent hun functie.
-De student kent de begrippen mitose/meiose en metabolisme en transport en weet deze uit te leggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Celdeling: Mitose/meiose 
  • Opdracht organen
  • Metabolisme en transport

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de celkern verantwoordelijk voor?
A
Omzetting van eiwitten
B
Het opwekken van energie
C
Celgroei en celdeling
D
Beschermen van de cel

Slide 4 - Quizvraag

C
Wat is de functie van het celmembraan?

Slide 5 - Woordweb

Alle levende cellen hebben er 1
Scheiding tussen de cel en de buitenwereld
Omvat de inhoud van de cel
Semi-permeabele barrière tussen binnen- en buitenkant v.d. cel en de omgeving

Functie: Bescherming tegen beschadiging en ziektekiemen

Functie: Transport tussen intra- en extra cellulaire ruimte

Slide 6 - Link

Opdracht ter herhaling vorige les
10 minuten

Niet alle onderdelen moet student kennen! Wijs ze hier op, deze kunnen ze fout doorklikken.

Alleen aanwijzen:
celkern, celmembraan, endoplasmatisch reticulum, ribosoom, cytoplasma
Omzetting van eiwitten
Opwekken van energie
Bestaat uit water en opgeloste stoffen. De organellen liggen hierin.
Endoplamastisch reticulum
Cytoplasma
Mitochondriën

Slide 7 - Sleepvraag

Endoplamastisch reticulum - Omzetting van eiwitten

Centrosoom - Betrokken bij de kerndeling

Mitochondrien - Opwekken van energie
Metabolisme/ stofwisseling
-Alle chemische veranderingen die in het menselijk lichaam plaatsvinden om het lichaam op te bouwen en in stand te houden. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er nodig voor deze processen?
Verbranding speelt een belangrijke rol!
Hiervoor zijn zuurstof en brandstof nodig. 
Bij de stofwisselingsprocessen ontstaan naast warmte en energie ook afvalproducten. 

Slide 9 - Tekstslide

Stoffen die worden verbrand zijn allereerst: koolhydraten en vetten.
Eiwitten worden in bijzondere omstandigheden ook gebruikt als brandstof. 
Wat is het doel van verbranding?

-Het mogelijk maken dat de cel zijn specifieke taak kan uitoefenen; 
-De energie leveren voor de vermenigvuldiging van cellen (mitose); 
-De lichaamstemperatuur op peil houden; 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding is een chemische reactie. 
-Om dit goed te laten verlopen zijn enzymen  nodig. 
-Enzymen zijn eiwitten die als kathalysator werken. 
-Vitamines zijn nodig voor de vorming van enzymen in het bloed. 

Slide 11 - Tekstslide

katalysator: is een chemische stof die een proces kan versnellen of vertragen zonder zelf te veranderen. 
De enzymen kunnen dus hergebruikt worden. 
Metabolisme zorgt voor het evenwicht tussen de opbouw en afbraak van cellen in ons lichaam. 
-Tijdens de groei of na ziekte overheerst de opbouw: anabolisme
-Wanneer we ernstig ziek zijn, overheerst de afbraak: katabolisme

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stofwisseling wordt beïnvloed door: 
1. Lichaamstemperatuur; 
2.Voeding; 
3. Leeftijd;
4. Lichamelijke gesteldheid; 
5. Het schildklierhormoon; 
6. Voedselopname; 
7. Het mannelijke geslachtshormoon testosteron of andere anabole stoffen; 

Slide 13 - Tekstslide

1. normaal bij ong. 37 graden C. en versnelt bij koorts.

2. bij slechte voeding kan er bijv. wel afbraak (katabolisme)  optreden maar onvoldoende opbouw van cellen. 

3.jong of oud

4. ziek of gezond

5. Bij een grote afgifte van dit hormoon verloopt de stofwisseling sneller en vindt er een snellere verbranding plaats. 

6. Bij een darmziekte bijv. kunnen de noodzakelijke voedingsstoffen slecht worden opgenomen. 

7. Deze stoffen worden soms toegediend om betere prestaties te leveren. 
Opdracht
Celdeling maken (zie Cumlaude)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celdeling
  • Cellen delen zich > worden volwassen > sterven af
  • Jong: meer cellen delen dan afsterven = groei
  • Oud: meer cellen sterven 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen

  • Chromosomen zitten in het plasma van de celkern
  • Iedere menselijke cel heeft 46 chromosomen
  • Bevatten genen (erfelijk materiaal)

Slide 16 - Tekstslide

Chromosomen bestaan uit DNA. 

Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. 
Dit zijn de genen.

Slide 17 - Video

reduceren = halveren

Uit 1 cel 2 nieuwe cellen = dochtercellen = Mitose ( zijn een kopie van de moedercel.

Je kunt het filmpje bekijken met stem, maar ik zet ook wel eens het geluid stel en vertel bij elke dia mijn eigen uitleg. 

Mitose
  • Normale celdeling
  • Er wordt een exacte kopie van de cel gemaakt
  • Hetzelfde aantal chromosomen 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MITOSE

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MEIOSE

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meiose / reductiedeling

Slide 22 - Tekstslide

Man XY of YX
Vrouw XX
Meiose

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden en huiswerk
-Voor de volgende les af
* Opdracht celdeling af 

-Leren de woorden op blz. 23 en 24 uit het boek Medische terminologie Anatomie en fysiologie + alle lesstof tot nu toe. 
- Lezen: H3.4 uit het boek medische terminologie anatomie & fysiologie
-Boek Medische terminologie Anatomie en fysiologie mee


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies