In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en je hebt alle spullen voor het vak mee.
Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt, op je bureau.
Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal.
Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je helpt waar mogelijk en beledigd niemand.
Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt dat je je lesdoelen behaald.
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Weekplenda
Week 45
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50
Week 51
H2 §1
H2 §2
Herhalen
H2 §1en§2
SO H2
§1en§2
SO bespreken
H2 §3
H2 §4
H2 §3en§4
herhalen
Rep H2
§1t/m§4
Rep bespreken
vaardighe-denles H2
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen wat een hooggebergte is
hoogtegordels onderscheiden in de bergen
het verband tussen bevolkingsdichtheid en reliëf verklaren
wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen
Slide 3 - Tekstslide
Benodigde voorkennis
Je weet dat Nederland geen hooggebergte
heeft.
Je weetwaarom het koud is op de polen.
Je weethet verschil tussen bevolkingsdichtheid
en bevolkingsspreiding.
Slide 4 - Tekstslide
2.4 Het Lötschental
Slide 5 - Tekstslide
Het Lötschental is een bergdal in Zwitserland.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Bevolking in de Alpen B52
Welk verband zie je
als je de 2 kaarten
met elkaar gaat
vergelijken?
Waarom?
Hoogte in meters?
Relief
Aantal inwoners per km2?
Bevolkingsdichtheid
Je ziet dat de bevolkingsdichtheid het hoogst is in het dal en het laagst in de bergachtige gebieden.
In het bergachtige gebied ligt eeuwige sneeuw / gletsjers = ijsmassa die langzaam naar beneden schuift. Daardoor is het te koud en niet goed bereikbaar.
Slide 8 - Tekstslide
De Mont Blanc is met 4.810 meter
de hoogste top van de Alpen.
Slide 9 - Tekstslide
herhaling!
Slide 10 - Tekstslide
Een gletsjer = langzaam schuivende ijsmassa.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen wat een hooggebergte is
hoogtegordels onderscheiden in de bergen
het verband tussen bevolkingsdichtheid en reliëf verklaren
wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen
Slide 14 - Tekstslide
Woordenboek
Controleer onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift!
LessonUp
Learnbeat
gletsjer
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak van paragraaf 2.4
vraag 1, 2, 3 en 4.
Klaar?
Pak een atlas en zoek een kaart van de Alpen en bekijk de hoge toppen aandachtig!
Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!
Slide 16 - Tekstslide
Welkom!
Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en je hebt alle spullen voor het vak mee.
Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt, op je bureau.
Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal.
Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je helpt waar mogelijk en beledigd niemand.
Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt dat je je lesdoelen behaald.
Welkom!
Slide 17 - Tekstslide
natuurlandschap = ingericht door de natuur
ingericht landschap = ingericht door mensen
- Ingericht landschap: Landschap dat de mens heeft ingericht/ veranderd
herhaling!
Slide 18 - Tekstslide
B51 Hoogtegordels
Verschillende zones van plantengroei.
herhaling!
eik, beuk, kastanje - bomen met bladeren
spar, den, larix - bomen met naalden
bloemen, kruiden, grassen - lage planten die tegen kou kunnen
mossen, korstmossen bovenaan - vegetatie die tegen extreme kou kunnen
geen vegetatie ivm eeuwige sneeuw
Slide 19 - Tekstslide
Hoogte - temperatuur - vegetatie
Belangrijke regel!
Per 100 meter stijgen = 0,6 graden Celsius kouder.
Bijv. Het dal = 20 graden en ligt op 0 meter, je loopt 300 meter de berg op. Dan is het daar 3 x 0,6 graden kouder = 18,2 graden Celsius.
Slide 20 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen wat een hooggebergte is
hoogtegordels onderscheiden in de bergen
het verband tussen bevolkingsdichtheid en reliëf verklaren
wat het verband is tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen
Slide 21 - Tekstslide
Woordenboek
Controleer onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift!
LessonUp
Learnbeat
Slide 22 - Tekstslide
Interessant feitje ...
In de Alpen vind je ongeveer 82 bergtoppen van 4000 meter en hoger!
Slide 23 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak van paragraaf 2.4
vraag 5, 6 en 7.
Klaar?
Bereid je alvast voor op het Proefwerk van Hoofdstuk 2, door de 16 quizvragen te maken!
Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!
Slide 24 - Tekstslide
Hoe hoog is de hoogste berg van de Alpen?
A
750 meter
B
1950 meter
C
2790 meter
D
4810 meter
Slide 25 - Quizvraag
In welk continent ligt het Lotschendal?
A
Azië
B
Afrika
C
Europa
D
Noord-Amerika
Slide 26 - Quizvraag
Hoe hoger ...
A
hoe kouder het wordt
B
hoe warmer het wordt
Slide 27 - Quizvraag
De bevolkingsdichtheid in de Alpen is hoog/laag, omdat ...
Slide 28 - Open vraag
De meeste mensen wonen in ...
A
in het dal
B
in de bergen
Slide 29 - Quizvraag
Welk reliëf hoort bij de Alpen?
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte
Slide 30 - Quizvraag
Is dit een natuur- of ingericht landschap?
Slide 31 - Open vraag
Is dit een natuur- of ingericht landschap?
Slide 32 - Open vraag
Wat zie je op de foto? Natuur- of ingericht landschap
A
natuurlandschap
B
ingericht landschap
Slide 33 - Quizvraag
Welke hoogtegordel zie je op de foto?
Slide 34 - Open vraag
De bevolkingsdichtheid is hier hoog.
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quizvraag
Een laag eeuwige sneeuw die samengeperst is tot ijs en langzaam naar beneden schuift, wordt ook wel ... genoemd.