Domein D

• Biologie
• HBO
• Studiejaar 3

Domein D

Leerdoelen (deel 1)

D1: De kandidaat kan met behulp van de concepten genregulatie en interactie met (a)biotische factoren

ten minste in contexten op het gebied van gezondheid en voedselproductie benoemen op welke wijze

de moleculaire regulatie plaatsvindt.

D2: De kandidaat kan met behulp van de concepten gedrag en interactie met (a)biotische factoren ten

minste in contexten op het gebied van communicatie, gezondheid en veiligheid verklaren op welke

wijze gedrag van organismen en populaties ontstaat en benoemen wat de functie daarvan is.

Leerdoelen (deel 2)

D3: De kandidaat kan met behulp van de concepten gedrag en interactie met (a)biotische factoren ten

minste in contexten op het gebied van gezondheid en communicatie beargumenteren op welke wijze

vraagstukken met betrekking tot seksualiteit van de mens kunnen worden benaderd.

D4: De kandidaat kan met behulp van de concepten voedselrelatie en interactie met (a)biotische factoren

ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid en voedselproductie benoemen welke

relaties tussen populaties in ecosystemen bestaan en beargumenteren op welke wijze vraagstukken

die daar betrekking op hebben, kunnen worden benaderd.

ecologische niveau's

het individu is 1 organisme.

deze leeft in een populatie.

Een populatie bestaat uit individuen van dezelfde soort organismes.

De populatie leeft in een levensgemeenschap samen met andere populaties.

De levensgemeenschap leeft in een ecosysteem.

factoren

Je hebt abiotische factoren en biotiche factoren.

Abiotische factoren komen uit de levenloze natuur en Biotische factoren uit levende en dode natuur.

Concurrentie

Specialisatie 

coöperatie (samenwerking)

voortplantingsrelatie

predatie

Als een organisme een ander organisme dood voor voeding noem je dit predatie.

Dit is altijd naar een van een hoger trofisch niveau naar een lagere.

vraat

Planten zijn 1e orde zij kunnen zich dan ook alleen beschermen tegen predatie wat we bij planten vraat noemen. 

De plant kan dit doen door stekels, kleuren of gifstoffen.

Sommige bomen zenden ook signaalstoffen uit om andere organisme te lokken die predatie uitvoeren op de organisme die vraat veroorzaken. 

symbiose

Persistent: giftige stoffen die niet afbreekbaar zijn.

Accumulatie: Het doorgeven van persistente stoffen naar het volgende trofische niveau

optimumkromme

benoem tollerantie, verspreidingsgebied en beperking factor

compostoren

biologisch afbreekbaar

reducenten

niet ecologische voedselproductie

ecologische voedselproductie

niet --> pesticiden gebruiken soortspecifiek of niet

wel --> duurzaam

momocultuur--> groot gebied zelfde soort gewas verbouwd.

recombinant DNA gebruiken voor uber gewas