In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
bedrijfseconomie financiering
Slide 1 - Tekstslide
Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het gevolg voor de balans als een bedrijf aflost op een hypothecaire lening?
A
Eigen vermogen stijgt
Liquide middelen stijgt
B
Eigen vermogen daalt
Liquide middelen daalt
C
VVL stijgt
liquide middelen stijgt
D
VVL daalt
liquide middelen daalt
Slide 4 - Quizvraag
Welk kengetal geeft de verhouding aan tussen vreemd vermogen en totaal vermogen
A
debt ratio
B
Quick ratio
C
cash ratio
D
current ratio
Slide 5 - Quizvraag
De linkerkant van de Balans gaat over..
A
Vermogen
B
Schulden
C
Bezittingen
D
Financiering
Slide 6 - Quizvraag
De rechterkant van de Balans gaat over..
A
Vermogen
B
Schulden
C
Bezittingen
D
Financiering
Slide 7 - Quizvraag
Je bestelt online schoenen bij Zalando a € 100,-. Ze zullen over 2 dagen bezorgd worden. Er is sprake van leverancierskrediet / afnemerskrediet. Voor Zalando is deze € 100,- een activa / passiva