1HV3 : Hoofdletters

LESPROGRAMMA
- Module Spelling: hoofdletters
   Uitleg over gebruik van de hoofdletters
   Opdrachten maken



Module Woordenschat : inleveren uiterlijk 21 februari -> INGELEVERD? 
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LESPROGRAMMA
- Module Spelling: hoofdletters
   Uitleg over gebruik van de hoofdletters
   Opdrachten maken



Module Woordenschat : inleveren uiterlijk 21 februari -> INGELEVERD? 
Niet vergeten: leeskwartieren bijhouden!
Elke les je leesboek meenemen 


Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van deze les weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken en kan ik hoofdletters op de juiste plaats toepassen in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen in deze les?
- Een video bekijken over hoofdletters
- Oefenen met het gebruik van hoofdletters

Slide 4 - Tekstslide

Lees de tekst, leest het fijn?
veel mensen zijn nog druk bezig met het opruimen van de schade door de stormen dudley en eunice vooral eunice zorgde vrijdag voor enorm harde windstoten in het hele land rukte de wind dapkannen gevelplaten en zonnepanelen los ondertussen kwam storm franklin zondagavond alweer voorbij die storm was niet zo heftig als zijn zusje eunice maar ook franklin zorgde voor schade het is heel bijzonder dat die drie stormen zo snel langs elkaar over nederland raasden de laatste keer dat dat gebeurde is bijna honderd jaar geleden de drie stormen zijn allemaal ontwikkeld in hetzelfde gebied dat is een deel op tien kilometer hoogte met grote windsnelheden die stroom bleef lang op dezelfde plek hangen waardoor nederland en de omliggende landen dagen achter elkaar last hadden van harde windstoten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 7 - Woordweb

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 8 - Sleepvraag

Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
  • Je begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
  • 's Ochtends sta ik vroeg op.
  • 't Was vanochtend wel erg koud.

Slide 9 - Tekstslide

Regel 1: begin van een zin
Als de zin met een cijfer of symbool begint, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin.
  • €15 betaalde hij voor het boek.
  • 86 jaar geleden werd mijn opa geboren.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 11 - Quizvraag

Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
  • Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen geen hoofdletter.
  • fam. Berkmans
  • Bert van den Brink

Slide 12 - Tekstslide

Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.
  • meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
  • mevrouw Van de Ven - de Vries 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
meneer Jansen
B
Meneer Jansen
C
meneer jansen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 15 - Quizvraag

Regel 3: aardrijkskundige namen, volken en talen
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Eindhoven
  • Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 16 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Noord-Brabant
B
noord-brabant
C
Noord-brabant
D
noord-Brabant

Slide 17 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Italiaanse pizza
B
italiaanse pizza

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan

Slide 19 - Quizvraag

Regel 4: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend van de regel, je neemt dit dan over.
  • iPhone

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Maak van 1.1 Hoofdletters:

Opdracht 1:
Neem de zinnen over in Word en plaats hoofdletters waar nodig.

Opdracht 2
Zet de woorden in de juiste kolom: wel of geen hoofdletter. 

Klaar? Maak opdracht 3 In duo's een Poster maken
Lees de instructie in It's Learning


Slide 21 - Tekstslide