In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H2.2 reactievergelijkingen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Kijken hoe je een reactieschema kunt opstellen.
Kijken hoe je hiervan een reactievergelijking kunt maken.
Hoe gaan we dit doen?
Uitleg docent
Zelf oefenen
Slide 2 - Tekstslide
Weet je nog?
Index: Kleine getalletje in de molecuulformule -> 2 in SO2
Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: Br I N Cl H O F
Coëfficiënt: getal voor een molecuulformule, bijv 5 in 5 NaCl
Slide 3 - Tekstslide
Reactieschema
Een chemische reactie kun je verkort weergeven in een reactieschema, waarin je de namen en de toestandsaanduidingen (= aggregatietoestanden) van de beginstoffen voor de pijl en van de reactieproducten na de pijl plaatst.
Toestandsaanduidingen: gas (g), vast (s), vloeibaar (l) en opgelost (aq)
Slide 4 - Tekstslide
Reactieschema
Als water wordt ontleed ontstaan de gassen zuurstof en waterstof
Beginstoffen? Reactieproducten?
Slide 5 - Tekstslide
Stel reactieschema op in schrift:
Als het gas methaan met zuurstof reageert ontstaan vloeibaar water en koolstofdioxide
Bij welke reactie ontstaan er meer koolstofdioxidemoleculen? Bij de verbranding van methaan of de verbranding van etheen? (Stel eerst de reactievergelijkingen op.)
A
Verbranding van methaan
B
Verbranding van etheen
Slide 20 - Quizvraag
Bij welke reactie ontstaan er meer koolstofdioxidemoleculen? Bij de verbranding van methaan of de verbranding van etheen? (Stel eerst de reactievergelijkingen op.)
Slide 21 - Open vraag
Wat is een kenmerk van een chemische reactie?
A
Er treedt een energie-effect op
B
beginstoffen veranderen in reactieproducten
C
De wet van Lavoisier geldt
D
Alledrie de kenmerken zijn juist
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een reactieschema en reactievergelijking?