1h3 13/1/21 zke

Mercredi 13 janvier - 1H3 - ZKE
C
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mercredi 13 janvier - 1H3 - ZKE
C

Slide 1 - Tekstslide

Le planning
- check hw
- herhalen l'heure
- bron H: le verbe être (+avoir)
- bron E: regarder

Doel van de les: werkwoord être kunnen toepassen
Vorige les: kennismaken met être en kunnen klokkijken in FR

Slide 2 - Tekstslide

Ff checken...
Hoe ging het huiswerk?
- Vragen?
- Online methode
- Vragenmoment



Slide 3 - Tekstslide

Parler de l'école

Slide 4 - Tekstslide

Plaats hier een foto van jouw ideale rooster

Slide 5 - Open vraag

Zeg in het Frans: Het is 9h15

Slide 6 - Open vraag

zijn
Let op de uitspraak bij vous êtes  :  <z>
en bij 
ils sont   &
elles sont......   :  <S>

Houd   tu es  en
il / elle / on est
uit elkaar :
overal  1  "t"
Leer 2 kanten op :
F>N  &  N>F
tu es = ....
Ils  sont = .....
être

Slide 7 - Woordweb

zijn =
A
être
B
avoir

Slide 8 - Quizvraag

hebben =
A
être
B
avoir

Slide 9 - Quizvraag

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 10 - Quizvraag

être of avoir?

Il a
A
être
B
avoir

Slide 11 - Quizvraag

être of avoir?

Ils ont
A
être
B
avoir

Slide 12 - Quizvraag

être of avoir?

Je suis
A
être
B
avoir

Slide 13 - Quizvraag

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 14 - Quizvraag

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 15 - Quizvraag

elles (avoir)
A
ont
B
sont

Slide 16 - Quizvraag

nous (avoir)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons

Slide 17 - Quizvraag

elle (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
a

Slide 18 - Quizvraag

tu (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est

Slide 19 - Quizvraag

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 20 - Quizvraag

Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
sont

Slide 21 - Quizvraag

Nous (être)
A
faisons
B
avons
C
êtes
D
sommes

Slide 22 - Quizvraag

Elle ..... douze ans
A
est
B
a
C
es
D
ont

Slide 23 - Quizvraag

Je .... une fille.
A
est
B
être
C
suis
D
as

Slide 24 - Quizvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij zijn
C.  jij/je  hebt
D.  wij/we  zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  es
3.  ils  sont
4.  tu  as
5.  nous  sommes
6.  elle  a

Slide 25 - Sleepvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. u  heeft
B. zij zijn
C.  ik  ben
D.  men  is / wij hebben
E.  ik  heb
F. jullie  zijn
1.  vous  avez
2.  j' ai
3.  elles  sont
4.  je  suis
5.  on  est
6. vous  êtes

Slide 26 - Sleepvraag

   Être
Wat weet je van het werkwoord
être ? Waar moet je op letten?
Handige tips....

Slide 27 - Woordweb

Voca E
Samen de voca van E doornemen

Slide 28 - Tekstslide

Au travail !
Ga zelfstandig aan het werk met onderstaande opdrachten. Ik ben online voor vragen. Let op! De volgende opdrachten maak je online. Dit is ook huiswerk voor de volgende les (maandag 18)

- Fais ex. 17, 18,,, 20, 21, 22
- Apprends kloktijden en grammaire D.

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 30 - Woordweb

À mercredi !

Slide 31 - Tekstslide