Toetsvoorbereiding h1 en h2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom bij Economie!

Welkom

bij

economie

Inhoud toets

50% Theorie hoofdstuk 1 en 2

50% Rekenen hoofdstuk 1 en 2

(DUS REKENMACHINE MEE!)

Tips voor tijdens de toets

- Hou je hoofd koel bij alles wat je doet

- Begin met het lezen van de vraag. Bedenk: Waar gaat het over? Wat moet ik doen?

- Geef antwoord op de vraag.

- Noteer ALTIJD een berekening!

Wat is welvaart?

1. Hoeveel iemand kan kopen
2. In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
3. Hoe leuk je je leven vindt
4. Hoeveel je kunt bewegen

Om in behoeften te voorzien heb je middelen nodig. Welke middelen ken je

1. geld en ruimte
2. ruimte en tijd
3. Tijd en gezondheid
4. geld en tijd

Welke 2 p's van de marketingmix zijn niet voorbij gekomen in het filmpje?

Welke vormen van inkomen ken je?

nationaal inkomen

1. het inkomen van de koning
2. de som van alle inkomens in de wereld
3. de som van alle inkomens
4. de som van alle inkomens in een land

Ierland heeft een bevolking van 4,5 miljoen mensen. Het nationaal inkomen is € 220 miljard.

Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking in Ierland.

De inflatie is 1,5% en de loonstijging is 2,4%. Hoeveel stijgt de koopkracht?

1. 0,90%
2. 0,89%
3. 0,91%
4. 0,87%

Bereken het cpi

Bereken het CPI

Uitwerking cpi

6921,8 : 65 = 106,5

Als je contactloos betaalt, wat gebeurt er dan met jouw chartale en girale geld?

1. chartaal: blijft gelijk giraal: neemt toe
2. chartaal: neemt toe giraal: neemt toe
3. chartaal: neemt af giraal: neemt toe
4. chartaal: blijft gelijk giraal: neemt af

Bereken de samengestelde rente.
€ 2 000 aan 3 % in 3 jaar

Als je in obligaties belegd ontvang je als vergoeding ..

1. Dividend
2. Rendement
3. Rente

Wanneer jij een aandeel hebt gekocht, kan je via ....... geld verdienen.

1. Rente
2. Dividend + Prijsstijging
3. Prijsstijging
4. Dividend

Welke 4 motieven om geld te lenen kennen we?

Hoe bereken je de kredietkosten van een lening?

1. maandtermijn x looptijd
2. maandtermijn x looptijd - leenbedrag

Joan heeft een krantenwijk waarmee ze vorig jaar € 135 verdiende. Dit jaar verdient zij € 136,89. De inflatie is 1,7%

1. Haar reële inkomen is met 1,4% gestegen
2. Haar reële inkomen is met 1,4% gedaald.
3. Haar reële inkomen is met 1,7% gedaald.
4. Haar reële inkomen is met 0,3% gedaald.

Wat kan voor jou later een reden zijn om geld te lenen?

Aan het werk

Welke onderdelen beheers je nog niet goed?

besteed daar aandacht aan

alle uitwerkingen en presentaties van hoofdstuk 1 en 2 vind je teams

Vragen? Stel ze via een bericht in teams