1HV tegenwoordig deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Welkom! 
pak je leesboek en ga lezen 
Pak je leesboek en ga lezen 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
pak je leesboek en ga lezen 
Pak je leesboek en ga lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Spelling: tegenwoordig deelwoord & bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Al behandeld 
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord 

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de antwoorden in je schrift 
  1. Ik ... (vinden) het nieuwste boek van Carry Slee helemaal geweldig!
  2. Ik ... (vermoeden) gisteren al dat je het antwoord op die vraag niet wist.
  3. (beantwoorden) … jij die vraag niet?
  4. De zeiler heeft zijn reis niet goed …. (voorbereiden).
  5. (worden) ... het niet eens tijd om vrede te sluiten?
  6. Margot … (verkopen) vorig jaar al haar spulletjes op de vrijmarkt.
  7. Mieke had haar beste vriendin een ijsje … (beloven).
  8. De docent geschiedenis …(geloven) de smoes over mijn defecte wekker niet.

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de antwoorden in je schrift 
  1. Ik vind het nieuwste boek van Carry Slee helemaal geweldig!
  2. Ik vermoedde gisteren al dat je het antwoord op die vraag niet wist.
  3. beantwoord jij die vraag niet?
  4. De zeiler heeft zijn reis niet goed voorbereid.
  5. Wordt het niet eens tijd om vrede te sluiten?
  6. Margot verkocht vorig jaar al haar spulletjes op de vrijmarkt.
  7. Mieke had haar beste vriendin een ijsje beloofd.
  8. De docent geschiedenis gelooft de smoes over mijn defecte wekker niet.

Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord
  • Handeling is nog niet voorbij 
  • Hoe? infinitief + d

  • Fluitend kwam de postbode voorbij
  • De leerlingen kwamen lachend het lokaal binnen 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vorm je het tegenwoordig deelwoord?
A
persoonsvorm + d
B
infinitief + d
C
voltooid deelwoord + d
D
werkwoordelijk gezegde + d

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'gamen'?
A
gegamed
B
gamet
C
gamend
D
gamen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'juichen'?
A
gejuicht
B
gejuichd
C
juichend
D
juichent

Slide 9 - Quizvraag

Vul het tegenwoordig deelwoord in

De leerlingen keken ... (afwachten) naar de docent.

Slide 10 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord 
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  • Vaak +e: -> rode bal, mooie hond
  • Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden: +en -> houten, zilveren, leren
  • Let op: plastic, aluminium, nylon
  • Te voor het bijvoeglijk naamwoord? -> dan alleen  infinitief -> Het te vieren feest, De te zingen wedstrijd





Slide 11 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord 
  • Volgt regels van bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk

  • De weg is geopend – de geopende weg
  • De hond is geopereerd – de geopereerde hond

  • Eindigt het VD op –en? Dan verandert het niet als BN
  • Het park is gesloten- het gesloten park


Slide 12 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...
A
Zo lang mogelijk
B
Zo kort mogelijk

Slide 13 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 14 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 15 - Quizvraag

De (besteden, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) tijd
A
besteedde
B
besteede
C
bestede

Slide 16 - Quizvraag

De (vergroten, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) foto ...
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
museum
B
gesprek
C
beroemde
D
jongen

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag! 
  • Talent online paragraaf 5.9: opdracht 3 t/m 6
  • Maak daarna de Test Jezelf onderdeel A en B 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide