Tegenwoordig deelwoord / bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Welke smiley voelde je, toen je hoorde dat de lessen online zijn?
😒🙁😐🙂😃
1 / 24
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke smiley voelde je, toen je hoorde dat de lessen online zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Instructie werkwoordspelling
Vragen nav opdrachten??

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Tegenwoordig deelwoord /
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord
  • Het tegenwoordig deelwoord bestaat uit hele werkwoord + D
  • Het tegenwoordig deelwoord geeft aan hoe iemand iets doet
  • Het tegenwoordig deelwoord zegt altijd iets over de persoonsvorm



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

......(hijgen) rende ze naar haar oma toe.

Slide 6 - Open vraag

.......(lachen) vertelde Thomas de mop.

Slide 7 - Open vraag

...... (hangen) op de bank keek zij Netflix.

Slide 8 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord.




Dus nog geen bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord!! 

Slide 9 - Tekstslide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag


De waarzegger keek in de kristallen bol.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
bol
B
waarzegger
C
keek
D
kristallen

Slide 12 - Quizvraag

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.




Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is een "bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord". 

Slide 13 - Tekstslide

Regel meestal : voltooid deelwoord  + -e- 

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer het voltooid deelwoord op –en eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Jammer dat ik het doel heb gemist.
Het  ..... doel.

Slide 17 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Wij hebben de wedstrijd gewonnen.
De  ..... wedstrijd.

Slide 18 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Mats heeft het cadeau ingepakt.
Het  ..... cadeau.

Slide 19 - Open vraag



De vogel is opgezet.
De _____ vogel.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Slide 20 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


De weg werd verbreed.
De ..... weg.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Mijn inzet tijdens de les was...
Kan beter
Ik heb mijn dag niet.
Ging wel
Goed
Zeer Goed

Slide 23 - Poll

Taalintegraal
Alles maken van werkwoordspelling:
werkwoorden - 0-meting - tt - vt - 
verleden tijd door elkaar - volt. deelw - persoonsvorm of voltooid deelwoord

tegenwoordig deelwoord- bijvoeglijk gebruikt volt. deelwoord


Slide 24 - Tekstslide