Leesvaardigheid oefenen
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke 3 leesmanieren zijn er?
Slide 3 - Open vraag
Het tekstdoel van een advertentie is overtuigen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Welke 6 tekstdoelen zijn er?
Slide 5 - Open vraag
Welk tekstdoel zal in de teksten van deze krant het meeste voorkomen?
Slide 6 - Open vraag
Bij een overtuigende tekst wil de schrijver dat de lezer iets gaat kopen of dat de lezer ergens lid van wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een hoofdgedachte?
A
Dat wat de hoofdpersoon denkt.
B
De kortst mogelijke samenvatting van een tekst
C
De reden waarom de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
De mening van de hoofdpersoon.
Slide 8 - Quizvraag
De hoofdgedachte vind je altijd in de inleiding.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 9 - Quizvraag
Elke tekst heeft één kernzin.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is "citeren"?
Slide 11 - Open vraag
Hoe kan een schrijver een tekst inleiden?
A
De aanleiding noemen
B
Een advies geven
C
Een conclusie trekken
D
Een toekomstverwachting noemen
Slide 12 - Quizvraag
Hoe kan een schrijver een tekst afsluiten?
A
Een belangrijke vraag stellen
B
Een deskundige introduceren
C
Een samenvatting geven
D
Een anekdote vertellen
Slide 13 - Quizvraag
Welke tekstverbanden zijn er?
Slide 14 - Open vraag
Welke twee signaalwoorden horen bij een tegenstelling?
A
Maar, echter
B
Maar, tevens
C
Maar, dus
D
Maar, zoals
Slide 15 - Quizvraag
Welke twee signaalwoorden horen bij een opsomming?
A
Daarnaast, omdat
B
Ten eerste, ten tweede
C
Ook, want
D
Tevens, namelijk
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een tussenkopje?
A
Een stukje tekst over één onderwerp
B
Een titel boven een tekst
C
Een titel boven een alinea
D
De conclusie van een tekst
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de bron van een tekst?
Slide 18 - Open vraag
Welk van onderstaande bronnen is het meest betrouwbaar?
A
Schoolboek
B
Scholieren.com
C
Weekblad Story
D
Facebook
Slide 19 - Quizvraag
Een standpunt en mening zijn hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Als een schrijver wil uitleggen waarom hij iets vindt, gebruikt hij....
A
signaalwoorden
B
een conclusie
C
argumenten
D
tekstverbanden
Slide 21 - Quizvraag
Twee functies van een afbeelding bij een tekst kunnen zijn:
A
Aandacht trekken, tekst verduidelijken
B
Aandacht trekken, pagina kleurrijk maken
C
Overtuigen, tekst verduidelijken
D
Overhalen, pagina kleurrijk maken
Slide 22 - Quizvraag
Hoe goed beheers ik de leerstof van het onderdeel leesvaardigheid?
😒🙁😐🙂😃
