Learnbeat 3.2.A

Vandaag
-Lezen
-Uitleg + LessonUp
Aan de slag!
Afsluiting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
-Lezen
-Uitleg + LessonUp
Aan de slag!
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Even terug naar de basis...
-Zinsdelen
-basiszin
-Lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Hoe definieer je een zinsdeel?
(Wat is een zinsdeel?)

Slide 4 - Open vraag

Zinsdelen
Een stukje zin met één soort grammatica

Slide 5 - Tekstslide

Deel de volgende zin op in zinsdelen:
De kat springt.

Slide 6 - Open vraag

Zinsdelen
De kat springt
De kat = onderwerp

(de) zegt niks extra's over de zin. Dus hoort het bij kat. 

Slide 7 - Tekstslide

Maak een basiszin met het werkwoord koken

Slide 8 - Open vraag

Basiszin
-Wat gebeurt er? (wwg)
-Wie/wat doet het? (ond)
Minimaal twee zinsdelen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 10 - Open vraag

Lijdend voorwerp
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Vind het lijdend voorwerp:
De burgemeester knipt het lint door

Slide 12 - Open vraag

Wanneer geen lijdend voorwerp?
1. Wanneer de regel niet kan: wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp
2. Er maar twee zinsdelen zijn
3. Wanneer een zinsdeel iets zegt over hoeveelheid (maten, gewichten en afstanden) 

Slide 13 - Tekstslide

Vind het lijdend voorwerp:
Peter fietst 12 kilometer

Slide 14 - Open vraag

Ik begrijp nu goed hoe het lijdend voorwerp werkt
Ja
Nee, ik wil nog extra uitleg

Slide 15 - Poll

Aan de slag!
Maken: Learnbeat 3.2
Deadline: 16 december 2022

Slide 16 - Tekstslide

Welke zinsdelen hieronder kunnen geen lijdend voorwerp zijn?
A
het lint
B
de koelkast
C
twee liter
D
drie beren

Slide 17 - Quizvraag