9,6 Een zout herkennen

9.6 Een zout herkennen
  • Kleur van het zout? (koperzouten zijn vaak groen/blauw, loodzouten meestal wit, ijzerIIoxide =zwartbruin en ijzerIIIoxide roodbruin)
  • Wel/niet oplosbaar, wat is de kleur van de oplossing
  • Ontstaan neerslagsreacties?
  • Vlamkleuring? tabel 38 binas
    zouten vaak  vanwege vlamkleuren in vuurwerk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

9.6 Een zout herkennen
  • Kleur van het zout? (koperzouten zijn vaak groen/blauw, loodzouten meestal wit, ijzerIIoxide =zwartbruin en ijzerIIIoxide roodbruin)
  • Wel/niet oplosbaar, wat is de kleur van de oplossing
  • Ontstaan neerslagsreacties?
  • Vlamkleuring? tabel 38 binas
    zouten vaak  vanwege vlamkleuren in vuurwerk

Slide 1 - Tekstslide

Gemeenschappelijke kenmerken zouten
 
  1. Formule begint met positief ion gevolgd door negatief ion (totale lading altijd 0) 
  2. Geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand  
  3. Vast bij kamertemperatuur (=hoog smeltpunt)
  4. Hebben een kristalstructuur

Slide 2 - Tekstslide

Naamgeving zouten: systematische/rationele naam
(triviale naam in binas tabel 42)
  • Bij metaalionen geef je soms met Romeins cijfer hun lading  aan: 
  • ijzer(III)chloride =FeCl3                          en  ijzer(II)sulfaat = Fe(SO4)

  • mangaan(IV)oxide=MnO2                           

  • kwik(II)sulfide=HgS      
deze cijfers leren

Slide 3 - Tekstslide

Oplossen van zout 
Als je een zout oplost, dan laten (bij een goed oplosbaar zout) de ionen elkaar los! 
Hiernaast oplossen van natriumchloride (=keukenzout) er ontstaat een vloeistof met ladingverschillen ->  
zoutoplossingen geleiden stroom 

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende zoutoplossingen met kenmerkende kleur

Slide 5 - Tekstslide

zouten met  positieve kalium, natrium-
en ammoniumionen  zijn altijd goed oplosbaar
alle zouten met als neg. ion een nitraat ook goed oplosbaar

Slide 6 - Tekstslide

Oplossen en indampen van zouten
  • Oplossen:  ionbinding laat los, elektronen blijven bij het negatieve-ion
  • totale lading voor- en na oplossen altijd nul!
  • oplossen keukenzout: NaCl(s)--> Na+(aq) + Cl-(aq)
  • oplossen van kaliumsulfaat:  K2SO4(s)-->  2 K+(aq) + SO42-(aq) 
  • Indampen van een zout:
  •  ionen trekken weer naar elkaar, zoals indampen ijzer(II)nitraatoplossing

Slide 7 - Tekstslide

voorspellen welk zout er gevormd wordt:
Natriumcarbonaatoplossing + calciumchloride-oplossing
  • maak een oplosbaarheidstabel 
  • positieve ionen verticaal
  • neg ionen horizontaal
  • zoek in binas tabel 35 welke
     combinatie een slecht oplosbaar
    zout
    vormt--> dat is de gevormde
    stof
    dus deze vormt neerslag (in
    vorm van suspensie->filtreren)
calciumcarbonaat ontstaat (tribune ionen niet in  reactievergelijking)
Bij filtreren vang je dit zout als residu op

Slide 8 - Tekstslide

reactievergelijking neerslagreactie na samenvoegen zoutoplossingen
  1. uit oplosbaarheidsschema (vorige slide) volgt stof die ontstaat
  2. noteer formule in laatste kolom 
  3. kolom 1:  ionen voor  reactie 
  4. in midden reactievergelijking,
  5. (aantal atomen én lading
    voor- en na is altijd gelijk)

  6. laatste kolom ook tribune-ionen noteren

Slide 9 - Tekstslide

Als je in je gemaakte oplosbaarheidstabel geen enkele vaste stof ziet verschijnen, dan is er dus geen reactie geweest en kun je ook geen reactievergelijking maken.
Soms ontstaat er géén nieuw zout

Slide 10 - Tekstslide

9.4:Ongewenste ionen verwijderen via neerslag maken
  • vaak bevat afval- of slootwater ongewenste ionen zoals positieve ionen van zware metalen (giftig en met hoge dichtheid b.v. lood, kwik en cadmium) of negatieve fosfaat-ionen.
  • deze moeten uit het water verwijderd worden
  • dat kun je doen door een goed oplosbaar zout toe te voegen dat met de ongewenste ionen een slecht oplosbaar zout vormt
  • zoals in de slide hierna en in de video wordt uitgelegd:

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Doen
Lees en bestudeer de paragraaf
Maken 1 t/m 9 

Slide 13 - Tekstslide