In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Elektriciteit en automatisering
§4 Sturen en regelen
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting P?
A
Energieverbruik
B
Vermogen
C
Elektriciteit
D
Tijd
Slide 2 - Quizvraag
Welke vijf energievormen zijn er?
A
licht, geluid, warmte, energie, beweging
B
geluid, warmte, elektriciteit, licht, stroom
C
geluid, licht, beweging, elektriciteit, zonlicht
D
warmte, licht, geluid, beweging, elektriciteit
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor schakelingen zijn dit?
A
A = parallelschakeling
B = serieschakeling,
B
A = serieschakeling
B = parallelschakeling
C
A & B zijn serieschakelingen
D
A & B zijn parallelschakelingen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde
Slide 6 - Quizvraag
De stroom in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen
Slide 7 - Quizvraag
Bereken I
A
0,2A
B
50A
C
0,02A
D
6A
Slide 8 - Quizvraag
Wat moet je nog weten, Kennen en Kunnen van de vorige les
Wat is een parallelschakeling en hoe teken je deze.
De spanning is overal gelijk in een parallelschakeling.
De stroomsterkte moet je optellen in een parallelschakeling.
Bij een parallelschakeling blijven alle apparaten onafhankelijk werken, dus als de een uit is blijft de andere nog werken.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht serieschakeling.
Maak een tekening van een serieschakeling.
In de tekening zitten:
drie weerstanden (R1 = 12 Ohm, R2 = 6 Ohm en R3 = 4 Ohm)
een stroombron met gelijkspanning
een LED lamp
Bereken de vervangingsweerstand. (Noteer de formule en de gegevens!)
Slide 10 - Tekstslide
Wat is automatisch schakelen.
Automatisch schakelen wil zeggen dat er een apparaat in werking wordt gezet door een ander apparaat en niet door een mens die de schakelaar aanzet.
Dit kan gebeuren voor de veiligheid (het aanzetten van een stroomkring met een grote spanning door een stroomkring met een lage spanning) of gemak (een inbraak alarm moet werken zonder dat de inbreker de schakelaar van het alarm aanzet)