1KGT Herhaling 4.1, 4.2 en 4.3

Plein M. Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 4. Van stad naar megastad. 
Herhalen cursus 1, 2 en 3. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Plein M. Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 4. Van stad naar megastad. 
Herhalen cursus 1, 2 en 3. 

Slide 1 - Tekstslide

Door welke verbetering in de landbouw konden boeren meer voedsel produceren?

Slide 2 - Open vraag

De tijd van steden en staten duurde van ... tot ... .
A
500 - 1500
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1000 - 1800

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn ambachtslieden?

Slide 4 - Open vraag

Noem voorbeelden van
ambachslieden.

Slide 5 - Woordweb

De stad werd bestuurd door:

Slide 6 - Open vraag

De inwoners van een stad worden ...... genoemd. Alle burgers samen vormden de ...... Mannen konden burger worden als ze minstens ...... jaar in de stad hadden gewoond, een ...... hadden en een ...... hadden betaald. 
Zet de woorden op de juiste plekken.
burgerij
burgers
beroep
geldbedrag
één

Slide 7 - Sleepvraag

Waarom waren steden belangrijk voor edelmannen en koningen?

Slide 8 - Open vraag

Als een gebied vanuit één centraal punt wordt geregeerd =

Slide 9 - Open vraag

Wat past bij staatvorming?
A
De graaf van Holland en Gelre hebben verschillen straffen.
B
De graaf van Zeeland geeft zijn ridders meer loon dan in Holland.
C
Je betaalde meer belasting als je in Gelre woonde dan in Utrecht.
D
Iedereen in het land kreeg dezelfde straf bij het vermoorden van iemand.

Slide 10 - Quizvraag

Welke drie groepen hadden inspraak in het parlement?

Slide 11 - Open vraag

Werden deze drie groepen gelijk behandeld door de koning?
A
Jazeker.
B
Nee, helemaal niet.

Slide 12 - Quizvraag

Wat was het doel van een kruistocht?

Slide 13 - Open vraag

Noem voorbeelden van
voorzieningen.

Slide 14 - Woordweb

Een stad groeit door twee redenen, namelijk:

Slide 15 - Open vraag

Een megastad is:
A
De belangrijkste stad van het land.
B
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
C
Een stad met veel inwoners en een belangrijke invloed op de wereld.
D
De grootste stad van het land, de regering zit hier.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van een voorstad?

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk
Keuze uit:
  1. Het maken van de herhaling van cursus 1, 2 en 3. 
  2. Het maken van de verdieping van cursus 1, 2 en 3. 
  3. Begrippen oefenen met Quizlet. 
Je kan er ook meerdere kiezen en afwisselen. 

Slide 18 - Tekstslide