Haben, sein en werden herhalen 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Ik wil graag met jullie 3 liedjes beluisteren...

Hoe zat het ook alweer?

- wat betekent 'haben'?

- wat betekent 'sein'?

- wat betekent 'werden'?

- weet iemand de 1 van de rijtjes uit zijn/haar hoofd?

Wat gaan we doen?

We beginnen met een paar gesloten vragen om deze werkwoorden te herhalen:

- hou je mobieltje bij de hand om antwoorden in te vullen

- als wilt, mag je op een blaadje, de werkwoorden uit je hoofd opschrijven (hoeft niet)

1. Ich (sein) … 14 Jahre alt.

1. ben
2. bin
3. bist
4. binst

2. Warum (sein) … er zu spät?

1. is
2. sein
3. bin
4. ist

3. Wir (haben) … frisches Brot gebacken!

1. haben
2. bin
3. habt
4. habe

4. (werden) … du nicht zu spät sein?

1. werde
2. werdet
3. wirst
4. werden

5. Ihr (werden) … froh sein!

1. werden
2. werdet
3. wirst
4. wird

Nu gaan we verder met open vragen:

- hou je mobieltje bij de hand om de antwoorden in te vullen

- je mag de werkwoorden voor jezelf even opschrijven (hoeft niet)

6. Mein Vater (sein) … der beste Vater der Welt!

7. Sie (u) (sein) … schon wieder zu spät!

8. Mein Bruder (werden) … 14 Jahre alt

9. (haben) … ihr die leckere Torte gegessen?

10. Es (sein) … schon 16 Uhr!

11. Ich (werden) … dir gut helfen!

12. Sie (mv) (haben) … den Test super gemacht!

13. (Haben) … du das neue Buch schon gelesen?

14. Es (werden) … morgen regnen

15. Ich (sein) … fertig mit meine Hausaufgaben!

16. Ihr (haben) … mir richtig gut geholfen, danke!

17. Sie (u) (werden) … viel zu schnell sein

18. Ich (haben) … viel zu viel gegessen. Jetzt habe ich Bauchschmerzen!

19. Mein Bruder (haben) … meine Pizza gestolen

20. Meine Geschwister (sein) … super nett

21. (sein) … mein Opa zu dick?

22. (werden) … du nach Hause kommen?

23. Mein Arzt (haben) … gesagt dass ich gesunder essen muss

24. Mein Vater und meine Mutter (haben) … ein tolles Beruf

25. Das Haus (sein) … schön und groß

26. Mein Stuhl (sein) … kaputt

27. Meine Katze (haben) … grüne Augen