H4S1: centralisatie en absolute macht

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waarom werd het jaar 1672 als rampjaar gezien in de Republiek?

Slide 2 - Open vraag

Even herhalen..
Na de vrede van Munster was er in de Republiek een strijd tussen Oranjegezinden en Staatsgezinden. Johan de Witt speelde een belangrijke rol door te onderhandelen met Engeland en het leger in te zetten om een einde aan de oorlog met hen te forceren.  Helaas kwam de Republiek in aanvaring met koning Lodewijk 14e van Frankrijk. Lodewijk de 14e bezette met een groot leger het de Zuidelijke Nederlanden. Er waren nu dus 2 problemen: Frankrijk met zijn sterke landleger en Engeland met zijn sterke vloot. Beide landen wilden namelijk niet dat de Republiek zich zo sterk economisch bleef ontwikkelen door handel....
Lodewijk 14e

Slide 3 - Tekstslide

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
S2: Ik kan 5 kenmerken van de regeerperiode van Lodewijk XIV in Frankrijk benoemen. (r)
S3: ik kan 3 kenmerken van de regeerperiode van Karel 1 in Engeland benoemen. (r)
S4: Ik kan via onderzoek uitleggen waarom de grondwet invloed heeft op de machtsbepaling in een land. (i)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

In West-Europa was vanaf het begin van de middeleeuwen het feodalisme het politieke systeem. Edelen waren in dienst van de koning en hielpen om het land te regeren. In de zestiende eeuw was hier weinig aan veranderd. Ook in de Nederlandse gewesten werkte dit systeem nog lang. Maar de noordelijke gewesten ontworstelden zich aan de Spaanse vorst, zoals je hebt gezien in hoofdstuk 4. De Republiek kwam zo in een unieke situatie: een land zonder koning.

Slide 6 - Tekstslide

In de andere West-Europese landen, zoals Frankrijk en Engeland, werd de macht van de koning juist steeds groter in deze periode. De koningen probeerden met centralisatie meer macht naar zich toe te trekken. De adel, met wie de koning de macht deelde, kwam zo buiten spel te staan. Eigenlijk wilden de vorsten van Europa alles zelf beslissen en streefden de vorsten naar volledige macht, ook wel absolute macht genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Europa in 1500

Slide 8 - Tekstslide

In de meeste Europese landen was er een vergadering waarin de verschillende standen van de samenleving plaatsnamen en hun mening over het beleid van de vorst konden geven. Deze werden door de vorsten steeds minder vaak bijeen geroepen. Vrijwel alleen maar als de vorst toestemming wilde om de belastingen te verhogen. Elke Europese vorst had geld nodig voor zijn hof en om oorlog te kunnen voeren. Door de oorlogen in Europa werden sommige landen steeds groter, en slokten kleinere landen op. De vele onderlinge Europese conflicten zorgden ervoor dat vorsten steeds weer hun volk om meer geld moesten vragen.

Slide 9 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV van Frankrijk
Koning Karel 1 van Engeland
De koningen probeerden met centralisatie meer macht naar zich toe te trekken. De adel, met wie de koning de macht deelde, kwam zo buiten spel te staan.

Slide 10 - Tekstslide

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

Welke 2 begrippen uit S1 moet je kennen om het leerdoel te begrijpen?




Slide 11 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
Centralisatie
Het land regeren vanuit een centraal punt.
- alle beslissingen worden op 1 plek genomen.
- controle over alles: aangezien beslissingen op 1 plek worden genomen.

Slide 12 - Tekstslide

S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)
Absolute macht
De koning heeft de absolute macht. Geen (grond)wet kon hem tegenhouden, hij had alle rechten en kon zelf alle beslissingen over het land nemen.
- één persoon of groep aan de macht.
- geen inspraak van ministers, wethouders of adel.

Slide 13 - Tekstslide

 H4: Ik kan uitleggen welke machtige vorsten er in de 17e eeuw in Europa waren.
S1: Ik kan uitleggen hoe centralisatie voor absolute macht zorgde. (r)

En dan nu het antwoord op S1: hoe kan centralisatie zorgen voor absolute macht?




Slide 14 - Tekstslide

Tijd voor geschiedenis
5.5: absolutisme
Opdracht: 1 t/m 4

Slide 15 - Tekstslide