Feiten / meningen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les kunnen we benoemen wat een feit is en wat een mening is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe controleer jij of iets echt is of nep?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is. 

Een feit kun je controleren.
  

Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
  

Een mening is wat iemand vindt van iets. 

Met een mening kun je het eens zijn of oneens.

Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Wat is het feit?

Wat is de mening?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''

Mening: ''Dat vind ik de liefste hond van de hele wereld.''

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening
''Ik heb een hond en vindt dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''

Mening: ''Dat vind ik de liefste hond van de hele wereld.''

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst en kopieer
één feit en één mening

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst en kopieer
één feit en één mening

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?
A
Ik vind roze een mooie kleur.
B
Het Maris college heeft een blauwe logo.
C
Mijn ouders zijn heel lief.
D
Ik heb tot 9 februari online les.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is een feit?
A
Ik houd van ijs.
B
Ijsjes zijn koud.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
- Herhalen wat feiten en meningen zijn
- Minimaal 3 feiten kunnen benoemen
- Minimaal 3 meningen kunnen benoemen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?:
Zwolle is saai.
A
Feit
B
Mening.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
'Yes, weer naar school'
A
Feit
B
Mening

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Hij praat heel snel.
A
mening
B
feit

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.
A
feit
B
mening

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening:
De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Lezen is leuk
A
feit
B
mening

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit of mening?
Honden zijn roofdieren
A
Feit
B
Mening

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

0.31 -
Opdracht in tweetallen
Bekijk de video en beantwoord de volgende vragen.
Welke 3 feiten heb je gehoord? 
Schrijf het feit kort op en de tijd.

Welke 3 meningen heb je gehoord?
Schrijf de meningen kort op en de tijd.

Welke 3 argumenten heb je gehoord?
Schrijf de argumenten kort op en de tijd.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 feiten
3 meningen
3 argumenten

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


3meningen
3 argumenten

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies