Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2 Spelling bijvoeglijk naamwoord HS
Spelling
Paragraaf 2
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling
Paragraaf 2
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les weet je wat het verschil is tussen de lange en de korte vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Je weet straks ook wanneer je de lange of korte vorm moet toepassen.
Je weet straks hoe je stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden moet spellen.
Slide 2 - Tekstslide
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn).
1A/B is een
leuke
klas.
Die
grappige
Jonathan weet het altijd beter.
Ons vakantiehuis is
prachtig
.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe spel je een bijvoeglijk naamwoord?
Vaak komt er een -e achter het woord (lange vorm), maar niet altijd (korte vorm).
Een
leuke
klas / De klas is
leuk.
De
grappige
jongen / De jongen is
grappig.
Het
prachtige
vakantiehuis / Een
prachtig
vakantiehuis
.
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer kort? Wanneer lang (met -e)?
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Een mooi meisje Een mooi
e
jongen
Een groot huis Een grot
e
flat
Waarom is dat?
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer kort? Wanneer lang (met -e)?
Kort:
Na het lidwoord ‘een’ als het woord onzijdig is (een het-woord is)
Een
groot
vakantiehuis // Een
mooi
gerecht
Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat.
Die scholier is
fantastisch.
//
Het huis is
schitterend
.
Lang:
Na het lidwoord ‘de’ en ‘het’.
De
grote
jongen // Het
mooie
gerecht
Na het lidwoord ‘een’ als het woord mannelijk of vrouwelijk is (een de-woord is).
Een
leuke
vriendin // Een
fantastische
show
Als er geen lidwoord voor een woord in het meervoud staat.
Slimme
leerlingen //
Grote
groepen
Slide 6 - Tekstslide
Hoe schrijf je de lange vorm?
De lange vorm:
Zet een -e achter het woord:
mooi, mooie / fijn, fijne
Verdubbel de laatste letter en zet een -e achter het woord: fris, frisse / glad, gladde / wit, witte
Haal een a, e, o of u weg en zet een -e achter het woord:
traag, trage / leeg, lege / dood, dode / zuur, zure.
Verander een -f in een -v- of een -s in een -z- en zet een -e achter het woord:
lief, lieve / naïef, naïeve / grijs, grijze / vlekkeloos, vlekkeloze
Slide 7 - Tekstslide
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Is het bijvoeglijk NW een materiaal (stof), dan schrijf je het bijna altijd met
-en
.
De goud
en
beker
De papier
en
versie
Het katoen
en
shirtje
Let op: bij 'moderne stoffen' en stoffen met een naam geleend uit een andere taal is er vaak geen uitgang met -en.
De plastic stoel
De suède jas
De corduroy broek
Slide 8 - Tekstslide
Samen oefenen 1/2
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Jerry draagt een (stoer) jasje.
Want hij is een (cool) jongen.
Hij heeft het gekregen van zijn (lief) moeder.
Die (zilver) mouwen zijn echt heel dope.
Ik heb (metaal) velgen gekocht voor mijn racefiets.
In dat (knus) huis woont haar opa.
Het is net een (goud) kooi.
Dat is een (schitterend) verhaal.
Ik krijg er bijna (vochtig) ogen van.
Pak pen & papier
Noteer de juiste vorm
Je hebt 3 minuten de tijd
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Samen oefenen
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Jerry draagt een
stoer
jasje.
Want hij is een
cool
e
jongen.
Hij heeft het gekregen van zijn
liev
e
moeder.
Die
zilver
en
mouwen zijn echt heel dope.
Ik heb
metal
en
velgen gekocht voor mijn racefiets.
In dat
knuss
e
huis woont haar opa.
Het is net een
goud
en
kooi.
Dat is een
schitterend
verhaal.
Ik krijg er bijna
vochtig
e
ogen van.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hans en Marije hebben een (groot) probleem.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) jong heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Die jongen droeg een (zijde) jurk.
A
zijde
B
zijden
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat geworden.
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in het Vondelpark.
A
druk
B
druke
C
drukke
Slide 18 - Quizvraag
Resumerend
De lesdoelen waren:
Je weet wat het verschil is tussen de lange en de korte vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Je weet wanneer je de lange of korte vorm moet toepassen.
Je weet hoe je stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden spelt.
Lesdoelen bereikt?
Slide 19 - Tekstslide
Einde
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Werkwoordspelling - Voltooiddeelwoord
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Donderdag 23 februari BN
Februari 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
45-1: Spelling bijvoeglijk naamwoorden
Oktober 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H13: bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling GROEP 8: bijvoeglijk naamwoord
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
spelling bijvoeglijk naamwoord
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling leerjaar 1 MHV: bijvoeglijk naamwoord
Maart 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
1 TH Spelling bijvoeglijk naamwoord + meervouden
September 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1