Persoonlijke vnw 1e en 4e nv

Deutsch Unterricht
  1. Doelen
  2. Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
  3. Lijdend voorwerp
  4. Voorzetsels vierde naamval
  5. Schema 1e en 4e naamval
  6. Voorbeeldzinnen
  7. Stappenplan
  8. Uitleg filmpje
  9. Oefen websites
  10. LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Deutsch Unterricht
  1. Doelen
  2. Persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
  3. Lijdend voorwerp
  4. Voorzetsels vierde naamval
  5. Schema 1e en 4e naamval
  6. Voorbeeldzinnen
  7. Stappenplan
  8. Uitleg filmpje
  9. Oefen websites
  10. LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Doelen: 
- Je leert het persoonlijk en vragend voornaamwoord na een
   voorzetsel met de vierde naamval.
- Je leert de voorzetsels met de vierde naamval.
- Je leert dat het lijdend voorwerp ook de vierde naamval tot
   gevolg heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Het persoonlijk vnw vragend vnw in de 1e en de 4e naamval.
Het persoonlijk voornaamwoord (ich, du, er, sie enzovoort) kan veranderen door de functie in de zin en door voorzetsels:
  1. Functie van de zin: Wanneer het persoonlijk vnw een lijdend voorwerp is, en
  2. Wanneer er een voorzetsel met een vaste vierde naamval voor staat.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Lijdend voorwerp
  1. Zoek eerst de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde.
  2. Het lijdend voorwerp = wie / wat + onderwerp + gezegde.

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval:
Wanneer deze voorzetsels in de zin staan, weet je direct dat het persoonlijk vnw veranderd in de 4e naamval.

voorzetsels:
bis=tot                   gegen=tegen          
durch=door         ohne=zonder
für=voor                um=om
 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen van voorzetsels met de 4e naamval EN het persoonlijk voornaamwoord:


Mijn vader maakt zich zorgen om haar.                  Mein Vater macht sich Sorgen um sie.

Is dat alles voor jullie?                                                     Ist das alles für euch?

Zonder hem voel ik me eenzaam.                             Ohne ihn fühle ich mich einsam. 

Door wie heb jij dat ontdekt?                                      Durch wen hast du das herausgefunden?

Ik wacht hier, tot ze besteld heeft.                           Ich warte hier, bis sie bestellt hat.


Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan:
  1. Staat er een voorzetsel 4e naamval in de zin?
  2. Zo ja → dan 4e naamval
  3. Zo nee → dan zin ontleden
  4. Zonodig voorzetsel nog vertalen in het Duits
  5. Juiste vorm invullen.


Slide 7 - Tekstslide

Opfrissen van kennis:
Der-woorden worden → er
Die- woorden worden → sie
Das-woorden worden → es

Bijvoorbeeld: Hans und Gretel → sie meervoud

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Oefen websites:
https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm 
Oefeningen 9.5 en 9.6

https://www.duits.de/vaklokaal/oefenen/ 
1e en 4e naamval – combineren. Bijv. ich => mich, wir => uns   
1e en 4e naamval – invullen

Slide 10 - Tekstslide

Noem minimaal 4 voorzetsels
(zonder op te zoeken)

Slide 11 - Open vraag

... (jij) hast viel geredet.

Slide 12 - Open vraag

Dann spiele ich .... (tegen jij).

Slide 13 - Open vraag

Ich kann nicht ... (zonder haar).

Slide 14 - Open vraag

Für ... (ik) habe ich essen gekocht und für ... (u) nicht

Slide 15 - Open vraag

Und für ... (wie) ist dieser Salat?

Slide 16 - Open vraag

Ich mache mich Sorgen um ... (hij)

Slide 17 - Open vraag

(zonder jullie) .... fahren wir nicht nach Hause.

Slide 18 - Open vraag

Für .... (wie) hast ... (jij) das gekauft?

Slide 19 - Open vraag

Geef aan wat je nog niet helemaal snapt na het bestuderen van filmpje, A4 in SOM en oefeningen.

Slide 20 - Open vraag