Doelen hebben betrekking op het hoofddoel en is gericht op de activiteit
Doelen hebben betrekking op het hoofddoel en is gericht op het kunnen
Hoger omvattend doel
Slide 6 - Sleepvraag
Noem eens een voorbeeld van een hoofddoel
Slide 7 - Open vraag
Noem eens een voorbeeld van een meetbaar doel
Slide 8 - Open vraag
Noem eens een voorbeeld van een werkdoel
Slide 9 - Open vraag
OEFENEN
Slide 10 - Tekstslide
Als ik van school kom, neem ik een baan waarmee ik per maand €4000,- verdien.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 11 - Sleepvraag
Ik word goed in volleybal
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 12 - Sleepvraag
Op de volgende toets van Nederlands maak ik geen enkele spellingfout.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 13 - Sleepvraag
Binnen een maand heb ik alle achterstand in de studie weggewerkt.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 14 - Sleepvraag
Volgende week organiseren wij een bijeenkomst voor senioren waarvan na afloop 80% van de deelnemers zegt dat die voor herhaling vatbaar is.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 15 - Sleepvraag
Voor de activiteitenmiddag maak ik binnen twee weken geld vrij bij de gemeente.
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Slide 16 - Sleepvraag
SMARTdoel voor jezelf
Slide 17 - Woordweb
Piet is een verstandelijke beperkte man van 56 jaar. Hij heeft het syndroom van Down en begint vergeetachtig te worden. Daar wordt hij onzeker van. Piet is vaak een vrolijke man die graag anderen helpt. Hij is dol op Nederlandstalige muziek en puzzelen. Piet gaat drie dagen per week naar een activiteitencentrum voor ouderen. Hier gaat hij zelfstandig met de tram naartoe. Piet is de afgelopen maand twee keer te laat op het centrum verschenen, omdat hij op de verkeerde tram is gestapt. De laatste tijd moppert Piet steeds meer. Stel een hoofddoel vast voor Piet.
Slide 18 - Open vraag
Piet is een verstandelijke beperkte man van 56 jaar. Hij heeft het syndroom van Down en begint vergeetachtig te worden. Daar wordt hij onzeker van. Piet is vaak een vrolijke man die graag anderen helpt. Hij is dol op Nederlandstalige muziek en puzzelen. Piet gaat drie dagen per week naar een activiteitencentrum voor ouderen. Hier gaat hij zelfstandig met de tram naartoe. Piet is de afgelopen maand twee keer te laat op het centrum verschenen, omdat hij op de verkeerde tram is gestapt. De laatste tijd moppert Piet steeds meer. Stel een meetbaar doel vast voor Piet.
Slide 19 - Open vraag
Bedenk een passend werkdoel bij het meetbare doel: Piet kan over een maand zelfstandig met de tram van huis naar het activiteitencentrum toe en andersom.