Spijsverteringsstelsel: pathologie
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Reflux
A
= zure oprispingen
B
komt vaak bij baby's voor
C
Het best geef je dan kleine hoeveelheden voeding
D
Moet je een arts raadplegen
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de S/ van aften?
Slide 8 - Woordweb
Spruw ...
A
moet je spoelen met zoutwater
B
verminderd het bewustzijn
C
zijn pijnlijke zweertjes op het mondslijmvlies
D
is een schimmelinfectie
Slide 9 - Quizvraag
Omschrijf slikstoornissen?
Slide 10 - Woordweb
Welke acties kan je ondernemen om slikstoornissen te voorkomen?
A
sondevoeding
B
indikken dranken
C
stimuleren tot drinken
D
goede hygiëne
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer moet je braken?
A
Als je ziek bent
B
Als je een beetje moe bent
C
Bij extreme pijnen
D
Als je niet genoeg hebt gedronken
Slide 12 - Quizvraag
Oprispingen is hetzelfde als braken?
(ja of nee)
(ja of nee)
Slide 13 - Open vraag
Oprispingen
A
Is het terugkomen van voedsel naar de mond of neus
B
De reden is onbekend
C
Heb je als je buikpijn krijgt
D
Dan kan je het hoofdeinde beter verhogen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Dehydratatie
A
je neemt meer vocht op dan dat je verliest
B
dan heb je een droge huid
C
je verliest meer vocht dan dat je opneemt
D
baby's hebben ingevallen fontanellen
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel drink je als je abnormale dorst hebt?
