H5 , les 28-05, hoofdstuk 5

Welkom!

- Neem je boek, schrift en pen voor je






1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

- Neem je boek, schrift en pen voor je






Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag

8.05 - 8.15 - Artikel bespreken, moeilijke woorden?

8.15 - 8.25 - Huiswerk nakijken

8.25 - 8.40 - Zelfstandig werken (opdracht 5 en 6)

8.40 - 8.45 - Lesafsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Luisteren, dus in stilte.
Voortaan gaan we niet meer lezen aan het begin van de les, maar lees ik een stukje voor. Dit kan een artikel, verhaal of gedicht zijn. 
Markeer of onderstreep de woorden die je niet kent.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Wat? Opdracht 1 t/m 3 blz. 152 en 153

Hoe? Je verbetert het antwoord door te corrigeren met een andere kleur




Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig werken


Wat? Opdracht  5 en 6 (blz. 153)

Hoe? Je werkt in stilte, overleggen doe je op fluisterniveau!

Klaar? Ga verder met spelling blz. 154 en 155

Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.

Uitkomst? Je kan de trappen van vergelijking toepassen + je weet wanneer je als of dan moet gebruiken.



Slide 5 - Tekstslide

Lesafsluiting

Huiswerk: Opdracht 5 en 6 af. (blz. 153) + lezen theorie op blz. 154.


Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Voorzetsels


Een voorzetsel geeft vaak een plaats, tijd of rede/oorzaak aan. (Tijdens het feest, op de fiets)


Hoeveel voorzetsels kan jij opschrijven in twee minuten?


timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

- Stellende trap: hard

- Vergrotende trap: harder

- Overtreffende trap: hardst

(een woord dat eindigt op -st krijgt geen -st maar komt meest voor te staan; meest woest)


Hij is even oud als ik (ben). Hij is ouder dan ik (ben).


Slide 8 - Tekstslide

Gerda's broer gaat vaker naar een wedstrijd dan/als haar/zij.


  • Mijn vader heeft veel meer neefjes dan/als mij/ik.

  • Ik ben sinds gisteren ouder dan/als jij/jou.


    Jip geeft veel meer geld uit aan games dan/als jij/jou.


  • Wij zijn veel beter in hockey dan/als zij/hun/hen.


  • Slide 9 - Tekstslide

    Pauze

    - Je mag even op je telefoon, om 11:05 zijn de telefoons weer weg.


    Slide 10 - Tekstslide

    Planning voor vandaag

    10.20 - 10.30 -

    10.30 - 10.40 - Huiswerk bespreken (opdracht 3 en 4)

    10.40 - 10.50 - Uitleg trappen van vergelijking

    10.50 - 11.00 - Zelfstandig werken

    11.00 - 11.05 - Pauze

    11.05 - 11.20 - Toets terug + bespreken

    11.20 - 11.40 - Zelfstandig werken

    11.40 - 11.45 - Lesafsluiting

    Slide 11 - Tekstslide

    Toets bespreken

    - Doe mee, wellicht heb ik iets fout gerekend dat wel goed is.

    - Tel je punten aan het einde van de bespreking goed na, klopt dit niet? Kom dan na de bespreking bij me.

    - Idem voor een vraag over je antwoord, kom na de bespreking bij me.

    Slide 12 - Tekstslide

    Zelfstandig werken


    Wat? Opdracht 1 t/m 3 en 5 en 6 (blz. 152 en 153)

    Hoe? Je werkt in stilte, overleggen doe je op fluisterniveau!

    Klaar? Ga verder met spelling blz. 154 en 155

    Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.

    Uitkomst? Je kan de trappen van vergelijking toepassen + je weet wanneer je als of dan moet gebruiken.



    Slide 13 - Tekstslide