Symbolen - pictogrammen

Wassymbolen en schoonmaakpictogrammen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wassymbolen en schoonmaakpictogrammen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat denk je?

Ken je de meeste symbolen en pictogrammen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 4 - Sleepvraag

Wat staat er vaak op het kledingetiket?
A
Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
B
wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
C
katoen, hoe je het moet wassen, het merk
D
symbolen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen

Slide 7 - Sleepvraag

Wat betekent het volgende symbool?
A
40 graden normaal wasprogramma
B
40 graden anti-kreukprogramma
C
40 graden fijne was
D
40 graden wol-wasprogramma

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekenen deze was-symbolen?
A
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag in de droger
B
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag in de droger
C
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken 3 = bleken mag 4 = niet stomen 5 = mag niet in de droger
D
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken 3 = niet bleken 4 = stomen mag 5 = mag niet in de droger

Slide 9 - Quizvraag

Wat geven de puntjes in de strijkbouten bij de symbolen aan?
A
temperatuur
B
snelheid
C
voor welke stof het geschikt is

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
niet strijken
B
lauw strijken
C
koud strijken
D
heet strijken

Slide 11 - Quizvraag

Gevaarsymbolen
Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.

Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast. 

Slide 12 - Tekstslide

Dit symbool op een schoonmaakmiddel betekent:
A
bijtend
B
irriterend
C
explosief
D
licht ontvlambaar

Slide 13 - Quizvraag

Op een schoonmaakmiddel staat dit gevarensymbool.
Welke maatregel neem je?
( 2 juiste antwoorden)
A
Je draagt handschoenen.
B
Je houdt je aan de dosering.
C
Je draagt een mondkapje

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Moet ik de symbolen nog goed oefenen?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 16 - Poll

Goed gedaan!
Opdracht: Zie werkblad (schrijf op welke was symbolen op verschillende kledingstukken staan)

Slide 17 - Tekstslide