Clase 8. 10 octubre

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves,  10 de octubre de 2019
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves,  10 de octubre de 2019

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. SomToday
  2. Objetivos unidad 2
  3. Seguimos con la unidad 2.
  4. ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van unidad 2:
-     ik kan praten over het weer.
-    ik kan voorstellen doen voor in de nabije toekomst.
-    ik ken de maanden van het jaar.

Slide 3 - Tekstslide

Seguimos con la unidad 2

Slide 4 - Tekstslide

Corregimos los deberes...

Slide 5 - Tekstslide

Verplichte opdrachten:
Unidad 2. Vocabulario
tb opdr 1 t/m 6 blz 24-25
wb opdr 1 t/m 3 blz 15-16

Si terminas/Als je klaar bent?
Unidad 2. Gramática (Quizlet)

Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

IR a + infitivo







om te vertellen wat je in de toekomst van plan bent te gaan doen.
                 IR+A+INFINITIVO

"¿Qué vas a hacer esta tarde?"
               
"Voy a estudiar español."
"Mi madre y yo vamos a comer en casa de mi abuela".





Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

yo                                               me (mij, me)
tú                                                te    (jou, je)
él/ella/usted                          lo/la (hem,haar,u,het)
nosotros/nosotras             nos (ons)
vosotros/vosotras              os   (jullie)
ellos/ellas/ustedes            los/las  (hen, ze, u)

¿Conoces al profesor nuevo?
No, no lo conozco.
¿Y a la profesora de inglés?
Tampoco la conozco.

Plaatsing
1. Direct voor het vervoegde werkwoord (persoonsvorm). Wanneer de zin ontkennend is komt het tussen no en het vervoegde werkwoord te staan.
2. Vóór het vervoegde werkwoord of áchter het hele werkwoord als deze beide in de zin voorkomen.

-Hay un concierto en la plaza. ¿Vamos a verlo?
-Hay un concierto en la plaza. ¿Lo vamos a ver?

Slide 8 - Tekstslide

Verplichte opdrachten:
Unidad 2. Gramática
 tb opdr 1, 2, 3, 4, 6 en 7 blz 26-27
 tb opdr 8 t/m 10 blz 28


Si terminas/Als je klaar bent?
Leren voor de toetsweek 1
Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
-    wb opdr 1 t/m 9 blz 16-17-18


timer
30:00

Slide 9 - Tekstslide

Deberes para la próxima clase...
  • Estudia:  Unidad 1 y 2: vocabulario/gramática
  • Frases claves unidad 1 y 2.
  • Termina los ejercicios de hoy.

Slide 10 - Tekstslide

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien:))
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 11 - Quizvraag

1. Wat heb je geleerd?
2. Wat is er nog niet duidelijk?
3. Wat zou je nog over het onderwerp willen weten?
4. Welke tip geef jij mij?
timer
2:00

Slide 12 - Open vraag

En la próxima clase...



¡Muchas gracias y hasta la próxima clase!

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video