In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Anamnesegesprek
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een anamnesegesprek
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer is een gesprek een goed gesprek?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een opname gesprek en een anamnesegesprek?
Slide 8 - Open vraag
Opname in een verpleeghuis
De opname in een verpleeg- of verzorgingshuis is voor zowel de zorgvrager als zijn naasten een ingrijpende gebeurtenis..
Aandacht voor de emoties die bij de zorgvrager en zijn naasten aanwezig zijn. Geef ruimte om emoties er te laten zijn. Leg ook uit dat heftige emoties erbij horen in deze fase.
Belangrijk dat de nieuwe zorgvrager en zijn naasten zich welkom voelen. Houd de eerste dag zo informeel mogelijk.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Praktische tips voor het voeren van een anamnesegesprek
Gebruik de juiste vraagtechniek: open vragen
Kies de goede woorden: pas je woordgebruik aan
Houd rekening met het referentiekader. Een referentiekader is ‘de bril’ waardoor mensen kijken naar situaties en zaken. Elke persoon heeft een referentiekader dat bepaald is door ervaringen en belevingen vanuit het verleden.
Houd rekening met onderlinge relaties tussen naasten
Slide 11 - Tekstslide
Hulpmiddel bij een anamnese
Classificatiesysteem
Uitleg vrijdag tijdens de les
Slide 12 - Tekstslide
Informatie verzamelen over de levensloop
Niet gelijk met het anamnesegesprek maar in de loop van de volgende dagen.
Het is belangrijk dat je de zorgvrager en eventuele naaste vertelt waarom je deze gegevens verzamelt.
Slide 13 - Tekstslide
Informatie verzamelen over de levensloop
Doel :
de zorg zo goed mogelijk af te stemmen (zorg op maat bieden).
De ervaringen die de zorgvrager heeft met zijn aandoening of stoornis en met de gezondheidszorg in kaart brengen
De belevingen en reacties die de zorgvrager heeft op veranderde situaties in kaart brengen, dus de mogelijk te verwachten copingreacties
de gewoonten en gebruiken van de zorgvrager (zorg op maat bieden)
de woon- en leefstijl van de zorgvrager (eventueel voor indeling in leefgroepen)