a Dit is controleerbaar. Je kunt controleren of paarden kuddedieren zijn.
b Je kunt er ‘ik vind’, ‘ik denk’ of ‘volgens mij’ voorzetten: ‘Ik vind dat kuddedieren niet alleen
in een wei moeten staan.’
c Je kunt discussiëren of het echt beter is dat je op de fiets naar school gaat.