Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 chapitre 3 les 11
Bonjour H3
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
fr
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bonjour H3
Slide 1 - Tekstslide
Programme
Révision Francofolies
Corriger exercice 29
Grammaire bloc I
Travail individuel
Slide 2 - Tekstslide
En France on mange des tonnes de fromage
A
Vrai
B
Faux
Slide 3 - Quizvraag
Tous les français jouent à la pétanque, c'est le sport national.
A
Vrai
B
Faux
Slide 4 - Quizvraag
Les Français sont nuls en langues étrangères.
A
vrai
B
faux
Slide 5 - Quizvraag
Les Français puent
A
Vrai
B
Faux
Slide 6 - Quizvraag
Welke clichés ken jij nog meer?
Slide 7 - Woordweb
Corriger exercice 29
Les réponses sont souvent dans
l
a première ou dernière phrase
Pourquoi le français est important selon toi?
Les Acadiens ont -ils des coutumes différentes?
Il y a d'autres différences?
Slide 8 - Tekstslide
Inwoners / habitants
Taal / langue
Gewoonte/ Coutume
Les Néerlandais
le néerlandais
?
Les Français
le français
?
Les Allemands
l'allemand
?
Les Espagnols
l'espagnol
?
Les Belges
le néerlandais / le français
?
Pourquoi
le français
est important selon toi?
Les Français
ont-ils des coutumes différentes?
Parce que c'est notre culture / parce qu'on parle le français dans le monde entier.
Oui, par exemple
les Français mangent du fromage
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Comment poser une question?
Twee soorten vragen:
- vragen ZONDER vraagwoord (gesloten vragen)
- vragen MET vraagwoord (open vragen)
Slide 11 - Tekstslide
vragen ZONDER vraagwoord
Er zijn 3 manieren om één vraag te stellen:
maak een gewone zin + vraagteken
Begin met 'est-ce que' en daarachter de gewone zin + vraagteken
Draai het OW en de PV om en zet er een streepje tussen.
Slide 12 - Tekstslide
ZONDER vraagwoord
Maak een gewone zin + vraagteken
Tu
parles français?
Begin met 'est-ce que' en daarachter de gewone zin + vraagteken
Est-ce que tu parles français?
Draai het OW en de PV om en zet er een streepje tussen.
Parles-tu français?
Slide 13 - Tekstslide
Maak deze zin op een andere manier vragend.
1. Tu aimes les frites?
2. Est-ce que tu aimes les frites?
3.__________________________
Slide 14 - Open vraag
Maak deze zin op een andere manier vragend.
1. Vous avez un stylo pour moi?
2. Avez-vous un stylo pour moi?
3.__________________________
Slide 15 - Open vraag
Let op!!
Wanneer 'que' wordt gevolgd door een woord met een klinker (bijv. il/elle/ils/elles), verandert 'que' in qu' .
--> Est-ce
qu'il
achete un vélo?
Wanneer je omkering gebruikt en er ontstaat een klinkerbotsing, voeg dan -t- toe.
Il achète un vélo --> Achèt
e - il
un vélo --> achèt
e-t-il
un vélo?
Slide 16 - Tekstslide
Maak deze zin op nog 2 andere manieren vragend.
Elle porte un T-shirt bleu?
Slide 17 - Open vraag
Vraagwoorden.
Combineer
Wanneer
waar
hoe
Wie
waarom
hoeveel
quand
où
comment
qui
pourquoi
combien
Slide 18 - Sleepvraag
Vragen MET vraagwoord
gewone zin + vraagwoord aan het einde.
vraagwoord aan het begin + est-ce que + gewone zin
vraagwoord aan het begin + omkering ow - persv. + rest
Vraag woord aan het begin + gewone zin (kan niet altijd)
Slide 19 - Tekstslide
MET vraagwoord
Gewone zin + vraagwoord aan het einde.
Tu habites
où
?
Vraagwoord aan het begin + est-ce que + gewone zin
Où
est-ce que
tu habites?
Vraagwoord aan het begin + omkering ow - persv. + rest
Où
habites-tu?
Vraag woord aan het begin + gewone zin (kan niet altijd)
Où
tu habites?
Slide 20 - Tekstslide
Welke klopt niet?
Tu es végétarien? (waarom)
A
Pourquoi es-tu végétarien
B
Pourquoi tu es végétarien
C
Es-tu végétarien pourqoui?
D
Pourquoi est-ce que tu es végétarien
Slide 21 - Quizvraag
Devoirs
Faire
exercices: 31, 32a,32b
Let op: Bij opdracht 32b nummer 3+4 gebruik je ook een vraagwoord.
Antwoord = Oui,
j
'habite dans la capitale Belge.
Vraag = Est-ce que
tu
habites à Bruxelles/ Habites- tu à Bruxelles?
Apprendre:
Bron E + I
Slide 22 - Tekstslide
Exercice 31b,31c,31d
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Exercice 32c
Slide 25 - Tekstslide
Wat heb je deze les geleerd?
Wat is je bij gebleven?
Slide 26 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
H3 ch3 les 7
November 2022
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
uitleg poser une question
December 2020
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
V2 ch2 les 1 1920
Oktober 2019
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
GL 2hv hoofdstuk 2 poser des questions | être| avoir| pouvoir
September 2022
- Les met
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2 ch2 les 2
September 2019
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
cours 5 A
November 2022
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HV2 ch2 les 4 (laatste les voor toetsweek)
November 2018
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3c Poser une question
Februari 2021
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3