9.2 Goed geregeld VWO 2

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis:
Deze paragraaf gaat vooral over de lever en de nieren.

Welke functies hebben de lever en de nieren?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat homeostase inhoudt
  • Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen afvoeren
  • Je kunt uitleggen hoe de bloedsuikerspiegel wordt gereguleerd
  • Je kunt de functie en werking van de lever uitleggen
  • Je kunt de functie en werking van de nieren uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Werking glucose wip-wap: Stijging glucose:
  1. Normaal hoeveelheid glucose.


  2. Eten – glucose stijgt – alvleesklier geeft insuline af.


  3. Insuline: opname glucose in cellen voor verbranding
    + opslag (overige) glucose in lever en spieren.


  4. Glucose wordt omgezet in glycogeen voor opslag.


  5. Glycogeen is lange ketting van glucose (zetmeel).
  6. Glucose daalt tot normaal.

Slide 5 - Tekstslide

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven en minder insuline afgegeven
B
meer glucagon afgegeven en minder insuline afgegeven
C
minder glucagon afgegeven en meer insuline afgegeven
D
meer glucagon afgegeven en meer insuline afgegeven

Slide 6 - Quizvraag

Werking glucose wip-wap: Daling glucose:
  1. Glucose daalt onder ‘normaal’ – alvleesklier geeft glucagon af.


  2. Door glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose.


  3. Lever geeft glucose af.


  4. Hoeveelheid glucose stijgt tot ‘normaal’.


  5. Bron 5 en 6 blz. 80/81 KK!!!

Slide 7 - Tekstslide

Als je diabetes hebt wordt dit niet gemaakt?
A
Glucagon
B
Insuline
C
Glucose
D
Hormonen

Slide 8 - Quizvraag

Suikerziekte/diabetes
  • Type 1: te weinig of geen insuline aangemaakt.
      - Cellen eilandjes Langerhans werken niet (goed).
  • Type 2: cellen ongevoelig voor insuline.
      - Hormoon werkt niet goed meer.
  • Te veel glucose.
  • Nieren filteren glucose eruit → urine.
  • Tussendoor glucosetekort → moe, flauwvallen.


  • Hyper = bij teveel glucose in het bloed.
      Hypo = bij te weinig suiker in het bloed.

Slide 9 - Tekstslide


Wie heeft diabetes?
Michel of Monique?
A
Michel
B
Monique

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aan de bak!






Per leerdoel 2 opdrachten

Slide 13 - Tekstslide