9.2 Goed geregeld A2A 2024

A2A
9.2 De lever
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

A2A
9.2 De lever

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
- Biologisch momentje van de dag
- Leerdoelen
- Nieuwe uitleg paragraaf 9.2 
- Mindmap opdracht

- Zelfstandig werken mindmap 

Slide 2 - Tekstslide

Het 'biologische momentje' van de dag...
Waarom worden blauwe plekken geel?
  • Blauwe plekken ontstaan ​​wanneer heel  kleine
     bloedvaten breken vanwege een trauma aan de huid.
  • Rode bloedcellen komen vrij en komen tussen de cellen
     (weefsel) terecht.
  • Hemoglobine, bevat ijzer, komt vrij in het lichaam na de
     afbraak van de rode bloedcellen.
  • Hemoglobine wordt uiteindelijk afgebroken tot bilirubine,
     dat geel is. Het geel verdwijnt langzaam omdat je lichaam
     die stoffen verder afbreekt.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les kun je:

  • Constante omstandigheden en regelkringen kunnen benoemen en toelichten.
  • Uitleggen waarom bloed de graadmeter is van je lichaam.
  • Het proces uitscheiding kunnen beschrijven en uitscheidingsorganen en hun functies kunnen benoemen en toepassen.
  • De 4 categorie functies van de lever benoemen en toepassen.
  • Kunnen uitleggen hoe de lever aan zuurstof en voedingsstoffen komt.
  • Werking alvleesklier kunnen toepassen bij stijgende of dalende hoeveelheid glucose.
  • Glucose 'wip/wap' met de hormonen en werking kunnen benoemen en kunnen toepassen.
  • Het ontstaan en de functie van bilirubine kunnen toelichten en toepassen.
  • Verschil tussen diabetes 1 en 2 kunnen uitleggen.
  • De opbouw van een nier herkennen en kunnen benoemen.
  • Werking van een nier kunnen uitleggen en toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis:
Deze paragraaf gaat vooral over de lever en de nieren.
1. Welke functies heeft de lever?
2. Welke functie hebben de nieren?

Slide 5 - Open vraag

Start paragraaf 9.2

Slide 6 - Tekstslide

Regelingen menselijk lichaam: blz. 79
  • Lichaamsprocessen → Constante behouden door regelkringen. (zie bron 3 blz. 79 KK).
     Evt. via hormonen (regelstoffen)
  • Reageren op veranderingen – veranderingen opheffen.

  • Graadmeter: Bloed.
  - Zintuigen meten, (bijv CO2-zintuigcellen)
  - Waarden vergelijken met norm, (via hersenen)
  - Afwijking norm? Reactie (bijv. ademfrequentie)
  - Waarden komt weer op constante. 

Slide 7 - Tekstslide

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Hier mondt de galgang in uit
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader
Twaalfvingerige darm

Slide 8 - Sleepvraag

De lever:    bron 8 blz. 82 KK
  • ± 500 functies in 4 soorten processen;
      -  opbouwen en omzetten,                  - afbraak,
      - afvoer,                                                        - opslag

  • Controle (constant houden) bloed.

  • Aanvoer bloed via: leverslagader + poortader 
                                                           ↓                            ↓
                                                         O2                 voedingsstoffen



Slide 9 - Tekstslide

Om je glucose hoeveelheid te regelen werkt je lever samen met een ander orgaan. Welk orgaan is dit?
A
Galblaas
B
Dunne darm
C
Alvleesklier
D
Maag

Slide 10 - Quizvraag

Opslag:
  • Opslag van:
      1. Ijzer (uit hemoglobine).
      2. Glucose opslaan als glycogeen.
  • Zie glucose wip-wap. LR Bron 6 blz. 81 KK  

  • Glucose = brandstof.
  • Geregeld via 2 hormonen.
    - insuline
    - glucagon
  • Alvleesklier - eilandjes Langerhans. Zie Bron 4 blz. 80 KK


Slide 11 - Tekstslide

Werking glucose wip-wap: Stijging glucose:
  1. Normaal hoeveelheid glucose.
  2. Eten – glucose stijgtalvleesklier geeft insuline af.


  3. Insuline: opname glucose in cellen voor verbranding
    + opslag (overige) glucose in lever en spieren.


  4. Glucose wordt omgezet in glycogeen voor opslag.


  5. Glycogeen is lange ketting van glucose (zetmeel).
  6. Glucose daalt tot normaal.

Slide 12 - Tekstslide

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven en minder insuline afgegeven
B
meer glucagon afgegeven en minder insuline afgegeven
C
minder glucagon afgegeven en meer insuline afgegeven
D
meer glucagon afgegeven en meer insuline afgegeven

Slide 13 - Quizvraag

Werking glucose wip-wap: Daling glucose:
  1. Glucose daalt onder ‘normaal’alvleesklier geeft glucagon af.


  2. Door glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose.


  3. Lever geeft glucose af.


  4. Hoeveelheid glucose stijgt tot ‘normaal’.


  5. Bron 5 en 6 blz. 80/81 KK!!!

Slide 14 - Tekstslide

Als je diabetes hebt wordt dit niet gemaakt?
A
Glucagon
B
Insuline
C
Glucose
D
Hormonen

Slide 15 - Quizvraag

Suikerziekte/diabetes
  • Type 1: onvoldoende insuline aangemaakt.
      - Cellen eilandjes Langerhans werken niet (goed).
  • Type 2: cellen ongevoelig voor insuline.
      - Hormoon werkt niet goed meer.
  • Te veel glucose.
  • Nieren filteren glucose eruit → urine.

  • Hyper = bij teveel glucose in het bloed.
      Hypo = bij te weinig suiker in het bloed.

Slide 16 - Tekstslide


Wie heeft diabetes?
Michel of Monique?
A
Michel
B
Monique

Slide 17 - Quizvraag

Afvoer: 
  • Afbraak rode bloedcellen in milt

  • Bilirubine (gele stof) uit afbraak hemoglobine.

  • Bilirubine in lever gemengd met gal.
     (zorgt voor kleur ontlasting).

Slide 18 - Tekstslide

Welke stoffen kan een lever opbouwen en omzetten?
A
aminozuur naar eiwit ijzer naar rode bloedcel
B
aminozuur naar eiwit glucose naar vet
C
aminozuur naar eiwit alcohol naar glucose
D
aminozuur naar eiwit gal naar hemoglobine

Slide 19 - Quizvraag

Opbouwen en omzetten:
  • Eiwitten (maag) → aminozuren (lever) → nieuwe eiwitten.
     (aminozuur is bouwsteen eiwit)
  • Teveel aan glucose → vet.
  • Vet → cholesterol.


  • Verstopte bloedvaten
    (hartinfarct/beroerte/atherosclerose

Slide 20 - Tekstslide

Het volgende proces is 'afbraak'.

Waarom is het goed en handig dat je lichaam giftige stoffen (alcohol, medicatie etc.) kan afbreken?

Slide 21 - Open vraag

Afbreken:
  • Giftige stoffen: alcohol, drugs, medicijnen
      (tijdelijke effecten).

  • Teveel aan aminozuren afbreken → ureum.

  • Ureum → uitscheidingsstelsel → nieren.

Slide 22 - Tekstslide

De nieren
  • Bron 10 blz. 83 KK!
  • Nefronen in de nieren filteren/zuiveren bloed:
       - giftige stoffen: ureum
       - afbraakproducten: alcohol/medicatie
       - zouten en vitaminen
       - overbodige stoffen: kleurstoffen

Slide 23 - Tekstslide

Werking nieren
  1. Nierslagader – nefronen in niermerg met kluwen haarvaten.
  2. Haarvaten als filter – bloeddruk drukt bloedplasma uit haarvat = filtratie
  3. Voorurine ontstaat (water/zouten/glucose+ afvalstoffen.
  4. Voorurine in nierkanaaltje – resorptie stoffen (glucose/deel zouten / osmose water) weer terug in bloed.
  5.  Urine blijft over – verzamelbuisje – nierbekken – urineleiders – blaas – urinebuis.


LR Bron 11 en 12 blz. 84 KK.

Slide 24 - Tekstslide

Einde uitleg:

Nog vragen?

Opdracht mindmap (zie volgende dia)


Slide 25 - Tekstslide

Opdracht mindmap
  • Maak een mindmap van geheel paragraaf 9.2


  • Neem de lever als middelpunt!
  • Zorg dat alle processen, bloedvaten, hormonen etc, verwerkt zijn in je mindmap.


  • Je maakt deze op papier. Je mag meerdere A4/A3 aan elkaar plakken. 
  • Maak hiervan een screenshot/foto, plak hem in een Word bestand en sla hem op als pdf. 

  • Je bestandje lever je in via opdrachten bij magister (dus niet delen/mailen oid) + op papier!
  • Inleveren: zie magister. 


Slide 26 - Tekstslide