Week 11 - Grammatica- klas 1

Grammatica
Cursus 5 - Grammatica (woordsoorten)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Cursus 5 - Grammatica (woordsoorten)

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze week:

Lesdoelen:
- Je weet welke woordsoorten je in het bijzonder nog moet oefenen. 
- Onderdelen die je lastig vindt, oefen je in de lessen. 



Slide 2 - Tekstslide

HULPWERKWOORD
Afkorting - HWW

– Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.

De persoonsvorm heeft is een hulpwerkwoord (hww). Hulpwerkwoorden komen voor in elke zin met meer dan één werkwoord. 
Ze ‘helpen’ om het gezegde te maken: hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen.

Slide 3 - Tekstslide

LET OP!!


Bij twee of meer werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv) een hulpwerkwoord. Het zelfstandig werkwoord staat meestal achter in de zin.

– Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.

Slide 4 - Tekstslide

PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Afkorting - Pers.vnw

Bekijk de volgende zin:
– Lieke zegt dat ze altijd met haar moeder naar de tandarts gaat.

Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) duidt een persoon of ding aan: ze gaat naar de tandarts; hij; is nogal lui zij; zijn een dagje weg deze vulpen is van mij.


Slide 5 - Tekstslide

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Afkorting - Bez.vnw

Bekijk de volgende zin:
– Lieke zegt dat ze altijd met haar moeder naar de tandarts gaat.

Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is. Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: met haar moeder; jouw; nieuwe tas onze; vrienden dit is mijn vulpen.





Slide 6 - Tekstslide

Instructie - Bijwoord
Bekijk de volgende zin:
Morgen (bwb) / komt / het Scapino Ballet / hier (bwb) / een voorstelling / geven.

In deze zin zijn de woorden Morgen en hier bijwoorden. 
Als een bijwoordelijke bepaling uit één woord bestaat, is dit woord als woordsoort een bijwoord (bw).

Slide 7 - Tekstslide

Instructie - Bijwoord
Zo herken je een bijwoord:
  • Een bijwoord kan van alles aangeven, bijvoorbeeld: tijd, plaats, reden/oorzaak, onzekerheid en ontkenning
  • Een bijwoord kan iets zeggen over: 
    - een hele zin
    - een werkwoord
    - een bijvoeglijk naamwoord
    - een ander bijwoord


Slide 8 - Tekstslide

Instructie - Bijwoord
Sommige bijwoorden kun je verwarren met andere woordsoorten.

  • Een bijwoord lijkt soms op een bijvoeglijk naamwoord, maar dat laatste zegt iets over een zelfstandig naamwoord en een bijwoord niet.
  • Delen van scheidbare werkwoorden (aankijken, namaken) zijn geen voorzetsel, maar bijwoord.
    De docent / legt / het lijdend voorwerp / uit. (uit = bw; deel van uitleggen)


Slide 9 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen

Lesdoelen:

- Je weet welke woordsoorten je in het bijzonder nog moet oefenen. 
- Onderdelen die je lastig vindt, oefen je in de lessen. 


Slide 10 - Tekstslide

Les 1 
Lesdoel: aan het eind van de les heb je de woordsoorten geoefend. 


WOORDSOORTEN ZOEKER 
1. Zoek de woorden op in de woordzoeker. 
2. Heb je ze gevonden? Vul de woorden dan in in de juiste kolom. 
3. Kun jij ze allemaal vinden en benoemen? 

Slide 11 - Tekstslide

Les 2 
Inhoud van deze les
- Oefenen met de woordsoorten via Nieuw Nederlands. 

Stap 1: Maak de woordzoeker helemaal af. 
Stap 2: Klaar met de woordzoeker? Ga dan naar de volgende stap!
Stap 2: Klik op Cursus 5 - Grammatica en §14 - Mixopdrachten
Stap 3: Maak de mixopdrachten van §14 online. Daarnaast mag je altijd lezen in je leesboek!

Slide 12 - Tekstslide

Keuzemenu voor deze les

Keuze 1 - Zelfstandig stil werken aan de opdrachten uit §14 Mixopdrachten of trainen. 

Keuze 2 - Extra instructie voor een woordsoort naar keuze. 

Keuze 3 - Instructievideo Classroom bekijken.







LES 3
Lesdoel: aan het eind van de les heb je aan de hand van je eigen keuze, geoefend met de woordsoorten. 

Slide 13 - Tekstslide

DUO'S 1HA

1.   Aeson + Jochem
2.  Aras + Max
3.  Daimy + Suus
4.  Emma + Dani
5.  Isalie + Coen
6.  Jennah + Sem





7. Jill + Sam
8.  Joris + Elin
9. Kyan + Stevan
10.  Lindsy + Silvijn
11.  Maud + Thomas
12.  Merle + Matthijs

Slide 14 - Tekstslide

DUO'S 1HB

1.   Bente + Danilo
2.  Delayla + Gijs
3.  Femke + Tayfun
4.  Iann + Ingmar
5.  Leine + Esra
6. Tess + Ebbi



7.  Madée + Jayren
8. Mae-Lynn + Isabel
9.  Pepijn + Yvon
10.  Sophie + Melvin
11.  Tristan + Naud
12. Benthe + Amber

Slide 15 - Tekstslide

DUO'S 1HC

1.   Dewi + Imar
2.  Isis S + Rimke
3.  Lana + Maud
4.  Jara + Liam
5.  Jason + Thierry
6.  Jurre + Storm




7. Kenji + Nore
8. Tes K + Tess vd
9.  Sophie + Vince
10.  Elena + Syl
11.  Mart + Tuana
12. Djay + Isis V

Slide 16 - Tekstslide