Opslag, Uitscheiding en Bescherming

Opslag, Uitscheiding en Bescherming
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Opslag, Uitscheiding en Bescherming

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendig en uitwendig milieu

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname, opslag en uitscheiding
Opname -> Stoffen die door je lichaam worden opgenomen.
Opslag -> stoffen die worden opgeslagen in je lichaam. Deze kunnen later worden gebruikt. 
Uitscheiding -> Stoffen die door het lichaam worden afgevoerd. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies lever
- Constant houden glucosegehalte
- Bewerking van voedingsstoffen
- Gal maken
- Afvalstoffen afbreken: eiwitten --> ureum
- Gifstoffen afbreken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis
  • Ontsteking van de lever door hepatitisvirus
  • Een besmet persoon heeft dan hepatitis 
Hepatitis B
- bloed, sperma, vaginaal vocht
- eerst milde verschijnselen
- later leverkanker of levercirrose

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderdelen van je nieren en urinewegen
Een nier bestaat uit:
het nierschors, niermerg 
en de nierbekken.
In je nierschors wordt je bloed 
gefilterd, vervolgens gaat het via 
het niermerg naar je nierbekken
en naar je urineleiders

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling urine
Overschot van zouten uit het bloedplasma en ureum wordt door de nieren aan de urine toegevoegd
Veel zouten --> donkere urine
Weinig zouten (veel water) --> lichte urine

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De huid
(jouw grootste orgaan)
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.
Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.
Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 8 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
De opperhuid
De eerste laag van de huid is de opperhuid.

Bestaat uit:
  • Hoornlaag, beschermt tegen beschadiging, uitdroging, en ziekteverwekkers
  • Kiemlaag

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lederhuid
In de lederhuid liggen:
  • haarzakjes
  • zintuigen
  • bloedvaten
  • zweetklieren
  • Warmte-, koude-, druk-, en tastzintuigen
    Onder de lederhuid ligt bindweefsel

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderhuidse bindweefsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeling lichaamstemperatuur
37 graden Celsius
Warmer? Bloedvaten wijder, veel zweetproductie
Kouder? Bloedvaten nauwer, weinig zweetproductie


Bij zoogdieren: isolatie tussen haren 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene afweer
Huid is de eerste bescherming: is dicht, laagje talg 

Slijmvliezen in mondholte, neusholte en longen zorgen ook voor bescherming tegen ziekteverwekkers.
Ook speeksel doodt bacteriën.
Maagsap doodt doorgedrongen ziekteverwekkers

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke afweer

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

natuurlijke immuniteit
kunstmatige immuniteit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

actieve of passieve immunisatie?

Bij actieve immunisatie krijg je de ziekteverwekker toegediend en maak je zelf antistoffen

Bij passieve immunisatie krijg je antistoffen ingespoten als je geen tijd te verliezen hebt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroepen mengen: bloedgroepbepaling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedtransfusies
  • Meestal eigen bloedgroep
  • Noodgevallen > andere bloedgroep

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resusfactor
  • Naast ABO is er ook het resusfactor
  • Positief (antigenen aanwezig) of negatief (antigenen afwezig)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedtransfusie
Klontering moet je vermijden bij een bloedtransfusie.

Bij bloedtransfusie krijgt de ontvanger alleen de rode bloedcellen, niet de antistoffen van de donor.




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroep bepalen
Welke bloedgroepen hebben personen P, Q, R en S?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroep bepalen
P heeft dus bloedgroep A
Q heeft bloed groep B
R heeft bloedgroep AB
S heeft bloedgroep 0

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies