Woordenschat H1 - 4HV woordraadstrategieën

Nieuw Nederlands Flex
Cursus 5 Woordenschat,
Hoofdstuk 1: Woordraadstrategieën
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuw Nederlands Flex
Cursus 5 Woordenschat,
Hoofdstuk 1: Woordraadstrategieën

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Woordstrategieën
De betekenis van een moeilijk woord in een tekst kun je soms vinden door woordraadstrategieën te gebruiken. Je kijkt dan goed naar de context. Dat is het tekstdeel rond het moeilijke woord. In de tekst staat misschien: 
• een synoniem; in de buurt van het woord gerenommeerd staat bijvoorbeeld ‘beroemd’; 
• een tegenstelling; vlak bij het woord kwijnend staat bijvoorbeeld ‘bloeiend’; 
• een voorbeeld; bij het woord reflex staat ‘een pupil vernauwt “uit zichzelf” bij fel licht’; 
• een omschrijving of definitie; bij quotum staat ‘het vastgesteld, evenredig deel’; 
• een afbeelding; bij meteoriet staat een foto van een vallende ster.

Ook woorddelen kunnen je op het goede spoor zetten: 
• Het moeilijke woord bevat een bekend woorddeel. In het woord traditiegetrouw herken je het woord traditie en getrouw (= trouw aan, volgens).
• Het moeilijke woord is te herleiden tot een woord uit een andere taal. In het woord fragiliteit herken je misschien het Engelse fragile (= breekbaar).

Slide 4 - Tekstslide


Ook woorddelen kunnen je op het goede spoor zetten: 
• Het moeilijke woord bevat een bekend woorddeel. In het woord traditiegetrouw herken je het woord traditie en getrouw (= trouw aan, volgens).
• Het moeilijke woord is te herleiden tot een woord uit een andere taal. In het woord fragiliteit herken je misschien het Engelse fragile (= breekbaar).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag maar weer!
Je maakt van Cursus 5 Woordenschat, hfdst. 1, opdracht 1
Noteer het woord en schrijf de betekenis erachter.

Doe het zo:
Opdracht 1
1. mentaal - geestelijk
2. 

Slide 7 - Tekstslide

En daarna begint het echte werk:
Dit staat in de studiewijzer, week 38:
(Het is nu week 39...)
• Woordenschat: Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen herkennen en benoemen Cursus 5/ H2 opdracht 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 10

Slide 8 - Tekstslide

Vragen?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag
- Maak de opdrachten van Woordenschat, cursus 5 paragraaf 1 digitaal.
- Klaar? Maak dan de extra oefening bij deze paragraaf 

Slide 10 - Tekstslide

Kan jij nu de betekenis van onbekende woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken?
010

Slide 11 - Poll

Heb je nog vragen over paragraaf 1?

Slide 12 - Open vraag