H6 zeker van je inkomen par 3 2bk

H6 De ambtenaar 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

H6 De ambtenaar 

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je de vorige lessen gedaan?
  •  LessonUp 6.1 / 6.2
  •  Opdrachten uit het boek + nagekeken
  •  Je weet wat collectieve en particuliere voorzieningen zijn (+ voorbeelden)
  • Je weet wat maatschappelijke kosten zijn
  • Je weet wat regels en wetten zijn

Slide 2 - Tekstslide

Deze les gaat over...
  1. Hoe zorg je later voor inkomen als je even geen baan hebt of werk kunt vinden?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe sociale zekerheid geregeld is.
  2. Ik weet wat er in de Werkloosheidswet staat.
  3. Ik weet wat er in de Participatiewet staat.
  4. Ik kan de bijstand berekenen voor een huishouden. 

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk het filmpje op de volgende pagina
  1. Filmpje gaat over: sociale zekerheid (wat is dat?)
  2. Tot minuut: 2.24. De rest mag.
  3. Daarna krijg jij een vraag: wat is volgens jou sociale zekerheid?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is volgens jou sociale zekerheid? Omschrijf in een paar woorden

Slide 7 - Open vraag

Sociale zekerheid
De zekerheid 
dat iedereen genoeg geld heeft om van te leven. 

Dit kost geld. 

Iedereen met een inkomen moet betalen:
  • sociale premies
  • belastingen


Regels hiervoor staan in: 
  • de belastingwetten
  • de sociale wetten
Het bedrag aan loonbelasting en volksverzekeringen dat op het loon van werknemers wordt ingehouden.
Geld dat de overheid vraagt voor de sociale zekerheid.

Slide 8 - Tekstslide

brutoloon
- belasting
- sociale premies
nettoloon
Dit gaat van je loon af. Dit geld gaat naar de overheid.
Zij betalen hier de collectieve voorzieningen + de sociale zekerheid van. 
klik!
Het loon dat iemand krijgt uitbetaald, exclusief belastingen en premies.
Het loon dat iemand verdient, inclusief belastingen en premies.

Slide 9 - Tekstslide

De overheid betaalt hier de sociale zekerheid en collectieve voorzieningen van.

Slide 10 - Tekstslide

WW-uitkering
Uitkering die je krijgt als je buiten je schuld ontslagen wordt. 
% van het laatstverdiende loon. 

  • Eerste 2 maanden na ontslag 75%  --> daarna 70%. 

WW = Werkloosheidswet 
Een wet waarin staat hoe het is geregeld als je werkloos wordt. 

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
Korte uitleg van wat is een WW-uitkering?

Duurt: 1:16

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Filmpje!
Heb je altijd recht op een WW-uitkering? Bekijk het filmpje op de volgende pagina (totaal 50 seconden)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voorwaarden WW
  • Het ontslag mag niet aan de werkloze zelf te wijten zijn. 
  • De werkloze moet beschikbaar zijn voor een baan.
  • De werkloze moet minsten 26 weken hebben gewerkt in de 36 weken voor het ontslag.
  • Er moet sprake zijn van verlies van 5 of meer betaalde uren per week.
  • De werkloze is werknemer én jonger dan 67 jaar (AOW).

Slide 16 - Tekstslide

Meer weten? Bekijk de video op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

WW-uitkering
  • Tijdelijk (min. 3 maanden - max. 2 jaar);
  • Je moet op zoek gaan naar een nieuwe baan;
  • Hoe langer je hebt gewerkt, hoe langer je de uitkering krijgt. 

Slide 18 - Tekstslide

Nog geen baan?
Geen recht meer op WW? 
bijstand aanvragen
via het UWV
Voorwaarden:
- Laag gezinsinkomen;
- Weinig spaargeld; 
Verdient je partner teveel
GEEN BIJSTAND
Dit staat o.a. in de Participatiewet.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zou je dit later kunnen regelen als je te weinig geld hebt?
Bekijk het filmpje op de volgende dia

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Sociaal minimum
Het inkomen dat je volgens de overheid 
ten minste nodig hebt om van te leven. 

  • Voor noodzakelijke uitgaven;
  • Je kunt dus net rondkomen;
  • Vastgesteld door de overheid (jaarlijks);
  • Bedrag kan verschillen: leeftijd, aantal kinderen, getrouwd?

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel geld krijg je nou maximaal als je in de bijstand zit? 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
1. Maak de vragen in je werkboek
2. Kijk de vragen na

Dit is een moeilijke paragraaf, maar hier gaat bijna iedereen in zijn leven mee te maken krijgen. Lees het goed door! Opdracht volgt later.

Slide 24 - Tekstslide