Lezen H2 Publiek


Welkom bij Nederlands

- rustig gaan zitten volgens de plattegrond.
- leesboek, Nieuw Nederlands, schrift en pen op tafel.
- telefoon uit en uit het zicht.
- lekker lezen.
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Welkom bij Nederlands

- rustig gaan zitten volgens de plattegrond.
- leesboek, Nieuw Nederlands, schrift en pen op tafel.
- telefoon uit en uit het zicht.
- lekker lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide


Welkom bij Nederlands

- rustig gaan zitten volgens de plattegrond.
- leesboek, Nieuw Nederlands, pen op tafel.
- telefoon uit en uit het zicht.
- lekker lezen.
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 Lezen
PUBLIEK

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze lessen
Je weet wat bedoeld wordt met de volgende begrippen:
- publiek
- onderwerp
- taalgebruik
- bron
- lay-out
Je kunt deze begrippen herkennen in teksten.

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen vorige lessen
Kahoot over:
onderwerp van een tekst
hoofdzaken en bijzaken
hoofdgedachte
signaalwoorden van opsomming

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Tekst en publiek
Een schrijver heeft een schrijfdoel.
De schrijver wil publiek.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek
Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
  1. Onderwerp
  2. Taalgebruik
  3. Lay-out
  4. Bron

Slide 9 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 10 - Tekstslide

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 11 - Tekstslide

Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst is geschreven?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht
Je krijgt nu een aantal tijdschriften te zien. Aan jou de taak om aan te geven voor welk publiek het tijdschrift is geschreven.

Let op: 
  1. het onderwerp
  2. het taalgebruik
  3. de bron
  4. de lay-out (hoe ziet de tekst eruit)

Slide 13 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de volgende onderdelen?
1. Onderwerp.
2. Taalgebruik.
3. De bron.
4. De lay-out (hoe ziet de tekst eruit).

Slide 14 - Tekstslide

Voetbal International
Voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal.


Waaraan kun je dat zien?
  • het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik

Slide 15 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de volgende onderdelen?
1. Onderwerp.
2. Taalgebruik.
3. De bron.
4. De lay-out (hoe ziet de tekst eruit).

Slide 16 - Tekstslide

Tina
Voor jonge meiden


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 17 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de volgende onderdelen?
1. Onderwerp.
2. Taalgebruik.
3. De bron.
4. De lay-out (hoe ziet de tekst eruit).

Slide 18 - Tekstslide

Quest junior
Voor kinderen die meer willen weten over 'vanalles en nog wat'. 


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 19 - Tekstslide

Tekst en publiek
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out
Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal maken.
Blz. 37-39, opdr. 1 en 2.
Klassikaal??
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 39-41, opdr. 3 t/m 5.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
40 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Startopdracht klassikaal maken.
Blz. 49-51, opdr. 1 t/m 3 maken.
Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 51-55, opdr. 4 t/m 6.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
40 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 24 - Tekstslide