Maandag 15 februari 2021 ochtend

Maandag 15 februari
Jeugdjournaal
Kijken en vragen maken.
Schrijven
Briefje schrijven naar een vriend/vriendin.

Pauze

Luisteren
Welk nummer hoor je?

Begrijpend lezen
Lees de tekst en maak de vragen.















1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Maandag 15 februari
Jeugdjournaal
Kijken en vragen maken.
Schrijven
Briefje schrijven naar een vriend/vriendin.

Pauze

Luisteren
Welk nummer hoor je?

Begrijpend lezen
Lees de tekst en maak de vragen.















Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

1

Slide 3 - Video

1

Slide 4 - Video

1

Slide 5 - Video

1

Slide 6 - Video

1

Slide 7 - Video

1

Slide 8 - Video

1

Slide 9 - Video

00:00
Waar gaat dit filmpje over? Maak een samenvatting.

Slide 10 - Open vraag

00:00
Waarmee gaan de jongens vissen? Wat zit er aan de haak?
A
Brood
B
Een vis
C
Een appel
D
Vlees

Slide 11 - Quizvraag

00:00
Waar gaat dit filmpje over? Maak een samenvatting.

Slide 12 - Open vraag

00:00
Waarom maakte de politie het ijs in Den Haag kapot?
A
Omdat ze dat leuk vonden.
B
Omdat ze vis wilden vangen.
C
Omdat de mensen niet luisterden.

Slide 13 - Quizvraag

00:00
Waarom werd het ijs slecht?
A
Het ging sneeuwen
B
Het ging vriezen
C
De zon ging schijnen
D
Het ging dooien

Slide 14 - Quizvraag

00:00
Waar gaat dir filmpje over? Maak een samenvatting!

Slide 15 - Open vraag

00:00
Wat maken de jongens voor hun vriendinnetje?
A
Avondeten
B
Lunch
C
Ontbijt

Slide 16 - Quizvraag

00:00
Hoe heet de vriendin van Fabian?
A
Noortje
B
Floortje
C
Doortje
D
Koortje

Slide 17 - Quizvraag

Schrijven 1
Je bent een afspraak vergeten met je beste vriendin/vriend.
Die is daarom nu een beetje boos op jou. Stuur haar/hem een bericht. Leg uit:

• waarom je een bericht stuurt
• waarom je niet op de afspraak bent gekomen;
• wat je gaat doen om het goed te maken 

Schrijf het verhaal eerst op papier!
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven 1

Slide 19 - Open vraag

Schrijven 2
De Schakel heeft een schoolkrant. Iedereen van de school mag iets voor deze krant schrijven.
U schrijft in de schoolkrant naar welk land u het liefst op vakantie wil gaan. Schrijf minimaal drie zinnen op. Denk aan:
  • Naar welk land wilt u het liefst op vakantie gaan? 
  • Wat wilt u gaan doen in uw vakantie?
  • Met wie gaat u op reis?
Schrijf in hele zinnen.
Schrijf het verhaal eerst op papier!
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Schrijven 2

Slide 21 - Open vraag

Pauze
Korte pauze!


timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Luisteren 1
Je ziet hier woorden. Bij elk 'woord' hoort een nummer. Luister naar de docent. Welk woord hoor je? Schrijf het nummer op wat bij dat woord hoort. Eerst op papier!

Slide 23 - Tekstslide


Klik hier!
A
4-9-8-5-10
B
5-4-8-10-9-8
C
4-5-8-9-10
D
10-8-9-5-4

Slide 24 - Quizvraag


klik hier!
A
8-3-2-1-2
B
2-3-8-2-1
C
2-2-1-3-8
D
1-2-2-3-8

Slide 25 - Quizvraag


Klik hier!
A
5-3-1-7-0
B
1-3-5-7-0
C
3-1-0-7-5
D
0-1-3-5-7

Slide 26 - Quizvraag


Klik hier!
A
4-6-2-1-3
B
1-4-6-2-3
C
3-2-1-6-4
D
6-4-2-3-1

Slide 27 - Quizvraag


Klik hier!
A
7-9-5-8-0
B
5-8-9-7-0
C
9-7-0-5-8
D
0-8-7-9-5

Slide 28 - Quizvraag

Begrijpend lezen
  • lees de tekst;
  • zijn er moeilijke woorden?
  • maak de vragen. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Tekst 1 Naar school gaan
Moeilijke woorden?

Slide 31 - Woordweb

Welke les geeft Piet?
A
Nederlands
B
Kunst
C
Engels
D
Wiskunde

Slide 32 - Quizvraag

Wie zijn de vrienden van Soraya?
A
Piet, Willeke en Samir
B
David, Soraya en Mieke
C
Willeke, Samir en David
D
David, Mieke en Piet

Slide 33 - Quizvraag

Welk vak vindt David leuk?

Slide 34 - Open vraag

Wat is het beroep van Mieke?
A
Kunstenaar
B
Leraar wiskunde
C
Leraar Engels
D
Directeur

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de naam van de directeur?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Tekst 2 Zo ziet mijn kamer eruit
Moeilijke woorden?

Slide 38 - Woordweb

Wat geeft Rosalie als reden voor haar grote kamer?
A
Haar ouders zijn rijk.
B
Ze woont in Friesland.
C
Ze geeft hier geen reden voor.
D
Er is veel ruimte in haar omgeving dus zijn de huizen groot.

Slide 39 - Quizvraag

Waarom is de kledingkast van Rosalie zo groot?
A
Haar ouders hebben deze voor haar gekocht.
B
Ze houdt enorm veel van kleding kopen.
C
Ze vindt de kast gewoon mooi.

Slide 40 - Quizvraag

Waarom wil Rosalie later dierenarts worden?
A
Ze heeft zelf veel dieren en wil later andere dieren kunnen helpen
B
Ze geeft hier geen reden voor
C
Ze houdt enorm veel van dieren.
D
Het lijkt haar leuk om veel katten te kunnen knuffelen.

Slide 41 - Quizvraag

Hoeveel mensen wonen in het dorp van Rosalie?
A
Dat zegt ze niet.
B
Een paar honderd mensen.
C
Een paar duizend mensen.
D
Dar weet Rosalie niet precies.

Slide 42 - Quizvraag

Klaar???
Werk in Disk/Inzicht;
Kijk ook eens op:
www.nt2taalmenu.nl

Daar kan je goede oefeningen maken!

Slide 43 - Tekstslide