1.6 - Ademhaling bij dieren (2H/V)

Hoofdstuk 1 - Verbranding en ademhaling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Verbranding en ademhaling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt beschrijven hoe gaswisseling plaatsvindt bij eencelligen, insecten, vissen en vogels

Slide 2 - Tekstslide

Eencelligen
Uitwisseling door celmembraan
Voldoende oppervlak voor hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide

Slide 3 - Tekstslide

Insecten
Zij ‘ademen’ door achterlijf korter en langer te maken
Spieren trekken samen, achterlijf wordt korter, lucht gaat naar buiten
Spieren ontspannen, achterlijf wordt langer, lucht wordt naar binnen gezogen
De buizen waar de lucht doorheen gaat heten tracheeën. Deze vertakken in het hele lichaam
Een gat waardoor de lucht naar binnen en buiten gaat heet een stigma

Slide 4 - Tekstslide

Vissen
Kieuwen - beschermd door kieuwdeksel
Kieuwen hebben ook een kieuwboog en kieuwplaatjes


Slide 5 - Tekstslide

Vissen
Hoe ademt de vis?
Bek gaat open, kieuwdeksels zijn dicht > water is binnen
Kieuwdeksels gaan open, bek gaat dicht > water stroomt via kieuwplaatjes naar buiten > kieuwplaatjes halen zuurstof uit water
De bloedvaatjes in kieuwplaatjes: heel dun, zuurstof kan er door, water niet
Koolstofdioxide via kieuwplaatjes het water in



Slide 6 - Tekstslide

Vogels
Luchtzakken -> voor en achter
Route zuurstof:
Luchtpijp -> A.LZ -> longen -> V.LZ

Slide 7 - Tekstslide

Warmbloedig...
...of koudbloedig?

Slide 8 - Tekstslide

Koudbloedig
Warmbloedig

Slide 9 - Tekstslide

Warmbloedige dieren
  • Lichaamstemperatuur altijd ongeveer gelijk (bij ons: 37°C).
  • De activiteit van warmbloedige dieren is minder afhankelijk van de temperatuur van hun omgeving
  • Veel verbranding nodig om temperatuur zo hoog te houden wanneer de omgeving koud is. 

Slide 10 - Tekstslide

 koudbloedig dier
Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van hun omgeving aan.

Lichaam opwarmen: in de zon liggen
Lichaam afkoelen: in de schaduw/in het water

Te koud: verbranding langzamer, bewegen trager !

Slide 11 - Tekstslide

Vragen

Slide 12 - Tekstslide

Eencelligen ademen door middel van
A
Celmembraan
B
Longen en luchtzakken
C
Kieuwen
D
Tracheeën

Slide 13 - Quizvraag

Vissen ademen door middel van
A
Celmembraan
B
Longen en luchtzakken
C
Kieuwen
D
Tracheeën

Slide 14 - Quizvraag

Insecten ademen door middel van
A
Celmembraan
B
Longen en luchtzakken
C
Kieuwen
D
Tracheeën

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heten de openingen in het achterlijf van een insect
A
Stigma's
B
Tracheeen
C
Kieuwen
D
Longen

Slide 16 - Quizvraag

Vissen halen zuurstof uit...
A
Water
B
Lucht

Slide 17 - Quizvraag

Per ademhaling gaat bij vogels de lucht twee keer door de longen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 1 tot en met 8 (4 overslaan)
Eerder klaar? 9 ook maken

Voor volgende les: Leren 1.1-1.3

Slide 19 - Tekstslide