Zintuigelijke beperking Z&B

Zintuigelijke beperking 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Agogiek SpecifiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zintuigelijke beperking 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de vijf zintuigen van een mens?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigelijke beperking
Via je zintuigen beleef je de wereld.
Bij een zintuiglijke beperking werken één of meerdere zintuigen niet of minder goed. 
Meestal gaat het om een auditieve of visuele beperking.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervolg
De meest voorkomende zintuigelijke beperkingen zijn auditieve(horen) en visuele(zien).  
Er wordt onderscheid gemaakt tussen aangeboren en niet-aangeboren. Mogelijke oorzaken:
  • Complicatie bij geboorte (aangeboren)
  • Erfelijkheid (aangeboren)
  • Hersenvliesontsteking (niet aangeboren)
  • Virusinfectie (niet aangeboren)
  • Ongeluk (niet aangeboren)

Slide 4 - Tekstslide

Niet aangeboren of wel verworven 

Lawaai, harde geluiden, ouderdom, infectieziekten zoals rode hond, polio, mazelen, hersenvliesontsteking. 
Hersenbeschadiging als gevolg van zuurstof gebrek. 
Problemen door zintuigelijke beperking 
  • ls er sprake is van bijvoorbeeld een visuele- of auditieve beperking heeft dat, zeker in combinatie met andere fysieke, zintuiglijke of mentale beperkingen, heeft het gevolgen voor het functioneren.  
  • Bij kinderen geeft het een verhoogd risico op problemen en achterstanden in de ontwikkeling. 
  • Bij volwassenen leidt het tot problemen in het uitvoeren van activiteiten en in de participatie. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Visuele beperking
Beperking van het gezichtsveld.
Deel van je beeld is weggevallen
gatenkaas
kokervisus


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van visuele beperkingen
Kleurenblind - onder andere problemen met het onderscheiden van verschillen tussen kleuren zoals rood en groen, of tussen geel en blauw, en soms het ontbreken van kleurwaarneming
Slechtziend - onder andere onscherp zicht, kokervisie, verlies van het centrale zien en troebel zicht
Blind - substantieel, onherstelbaar verlies van zicht in beide ogen
Doofblind - substantieel, onherstelbaar visueel en auditief beperkt (iemand is zowel doof als blind)
Voorbeelden van drempels voor mensen met een visuele beperking
0 Afbeeldingen, knoppen en andere structurele elementen die geen     tekstequivalenten (tekstuele beschrijving) hebben
0 Tekst, afbeeldingen en pagina layout die niet vergroot of verkleind kan worden (zonder informatieverlies)
0 Ontbrekende, visuele navigatiemogelijkheden, paginastructuren en andere hints omtrent navigatie
0 Video's zonder tekst of auditieve alternatieven of zonder audiodescriptie
0 Tekst en afbeeldingen met een laag contrast
0 Websites die geen ondersteuning bieden voor eigen kleurenschema's
Websites die niet volledig met het toetsenbord te bedienen zijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips omgaan met iemand met een visuele beperking
  • Zeg bij de begroeting je naam
  • Ondersteun je gebaren ( met woorden) zoals knikken
  • Raak iemand niet zomaar aan
  • Spreek mensen in gezelschap bij hun naam
  • Kijk uit met obstakels, tas op de grond bijv

Slide 9 - Tekstslide

gebruik van kleur
gebruik van geluid
inrichting ruimte
mobiliteit
communicatie
structuur
Slechthorendheid of doofheid betekent dat mensen niet alle geluiden meer kunnen horen of totaal doof zijn
  • Sociale situaties
  • Moeite met taalverwerving
  • Doordat de taalverwerving langzamer gaat, is er vaak ook een kennisachterstand 
  • Verschil tussen doofheid vanaf geboorte en doofheid op latere leeftijd  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van doofheid 
1. Perceptieve doofheid
Bij deze vorm van doofheid kan iemand geluid niet goed waarnemen. De oorzaak kan een probleem met het binnenoor, de gehoorzenuw en/of delen van hersenen zijn.
2. Geleidingsdoofheid
Bij deze vorm van doofheid is er iets mis met het doorlaten van geluid. Het doorlaten van geluid heet geleiding. De oorzaak is dan een probleem met het buitenoor en/of middenoor

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van dove en slechthorende cliënten

  • Maak gebruik van zien, voelen om informatie over te dragen
  • Lichaamstaal is een belangrijke bron van informatie
  • Niet van achter benaderen 
  • Bewust een boodschap overbrengen (even snel iets zeggen in het voorbijgaan wordt gemist)
  • Bij doof geboren cliënten is gebarentaal hun eerste taal en is gesproken en geschreven Nederlands de tweede taal. 
  • Doven en slechthorenden kunnen het gesprek beter volgen als je ze goed aankijkt tijdens het praten.
Duidelijk en iets langzamer praten, zonder overdreven te articuleren, is beter.
Schreeuwen helpt niet.
Korte zinnen worden beter begrepen.
Je moet niet over verschillende onderwerpen door elkaar praten. Dit is verwarrend.
Je zult wat vaker iets moeten herhalen omdat wat je zegt niet begrepen is.
Je kunt namen, adressen maar ook getallen beter opschrijven omdat deze moeilijk te raden zijn.
Een dove hoort zelf niet hoe hard of zacht hij praat en het is heel gewoon om hem te vragen iets zachter of harder te praten.
Een dove of slechthorende is sneller moe van de communicatie en stiltes hebben dan ook een functie.
Als je regelmatig met dove cliënten werkt is het zeker aan te raden een cursus gebarentaal te doen

Slide 14 - Tekstslide

Spreek rustig,
articuleer goed
kijk iemand aan
houdt niks voor je mond
praat niet door elkaar
zorg voor zo min mogelijk achtergrond geluid
check of de ander je heeft verstaan 

Slide 15 - Tekstslide

https://www.samenmia.nl/sinterklaas

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

voelen als manier van communicatie
Hou er rekening mee dat elke cliënt anders is, stem je communicatie af op de cliënt.
Werk met verwijzers, duidelijke voorwerpen die een vaste betekenis hebben.
NIET KUNNEN VOELEN
Het fysiek niet kunnen voelen van pijn is een zeldzame ziekte. HSAN (hereditale sensibele en autonome neuropathie) 

  • verschillende gradaties 
  • openbaart zich na de geboorte of in de kindertijd/tienerjaren. 
  • chemotherapie of diabetes.




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEGELEIDEN VAN CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN VOELEN
  • Controleren op fysieke beschadigingen
  • Alert zijn op gevaar of fysiek letsel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN RUIKEN OF PROEVEN
  • De smaakpapillen van de tong en de zenuwen in de neus geven geen of onvoldoende signalen naar de hersenen door doorsturen. 
  • Kan aangeboren zijn, maar ouder worden, ziekten en of een ongeluk kan ook invloed hebben op minder goed kunnen ruiken en proeven. 
  • Ziektes of een ongeval kunnen ook de oorzaak zijn voor het verlies van geur en smaak.


In de zorg en begeleiding moet je alert zijn dat de cliënt niet wordt blootgesteld aan gevaarlijke situaties. Verder kan het zijn dat de cliënt begeleiding nodig heeft bij het vinden van andere prettige sensaties wanneer lekker eten niet meer aan de orde is.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies